lopende rekening aangehouden bij de Cen
trale Bank, zal in 1961 een kleine wijziging
plaats vinden. In plaats van de toeslag van
V20/0 die wordt gegeven boven de rente
van 31/4%> over het bedrag, dat het gemid
delde rekening-courantsaldo van een boe
renleenbank bij de Centrale Bank hoger
was dan 40% en niet meer dan 60van
het gemiddelde van de ingelegde gelden
en de toeslag van i°/o over het bedrag dat
het gemiddelde rekening-courantsaldo
meer is dan 60% van het gemiddelde van
de ingelegde gelden, komt met ingang van
het jaar 1961 een nieuw systeem. Met in
gang van 1 januari 1961 zullen deze twee
toeslagen worden vervangen door één toe
slag en wel ter grootte van %°/o over het
bedrag, dat het gemiddelde rekening-cou
rantsaldo van een boerenleenbank bij de
Centrale Bank hoger is dan 40% van het
gemiddelde der ingelegde gelden.
Door de directie werd eveneens gesproken
over de ontwikkeling in de krediet- en
voorschotverlening naar aanleiding van
het rapport van de Commissie Landbouw
krediet. Daarbij werd gewezen op de in
troductie van een nieuwe leningsvorm bij
de N.V. Boeren-Hypotheekbank, waarbij
anders dan bij de oorspronkelijke lenings
figuur het geval is, de rente om de vijf jaar
kan worden gewijzigd. In verband daar
mede dient te worden gezocht naar een
mogelijkheid om voldoende middelen aan
te trekken voor de financiering van deze
uitleningen. Daarvoor is het z.g. verzekerd
spaarcertificaat ontwikkeld, waarover el
ders in dit nummer meer uitvoerige inlich
tingen worden gegeven.
Voor wat betreft de ontwikkeling van de
krediet- en voorschotverlening op be
drijfseconomische basis, worden op het
ogenblik op de Centrale Bank de nodige
studies verricht, teneinde de introductie
van deze vorm mogelijk te maken. Door
het Bestuur van de Centrale Bank is inmid
dels besloten, dat in beginsel door de boe
renleenbanken uitzettingen in de landbouw
zullen kunnen worden gedaan, waarbij een
lening tot 90% van de geschatte waarde
van het object wordt gegeven. Een derge
lijke lening wordt dan verdeeld in:
a. een voorschot tot 2/3 van de geschatte
waarde van het onroerend goed, gedekt
door eerste hypotheek op dat onroe
rend goed.
b. een voorschot tot ten hoogste 90van
bedoelde geschatte waarde, verminderd
met het bedrag van het onder a. ge
noemde eerste hypothecaire voorschot;
dit onder b. bedoelde voorschot moet
gedekt zijn door een tweede hypotheek
op het onroerend goed direct in rang
volgend op de eerste hypotheek bedoeld
onder a.
Tot meerdere zekerheid voor het door
tweede hypotheek gedekte voorschot
wordt een zogenaamde hypotheekverze
kering gesloten tot gelijk bedrag als de 2e
hypotheek.
De looptijd van de tweede hypotheek met
kredietverzekering mag niet langer zijn
dan 10 jaar.
Indien het te financieren object een tuin
bouwbedrijf betreft, wordt niet hoger ge
gaan dan 80% van de waarde van het on
derpand.
407