Circulaires no. 958-966 Achtereenvolgens wordt behandeld in: circulaire no. 958 dd. 14-11-1960 (Voor schot- en Kredietverlening): de hypothe caire voorschotten met een bijkomende ga rantie van de Staat, waarbij het Algemeen Waarborgfonds voor de Middenstand wordt ingeschakeld; circulaire no. 959 dd. 22-11-1960 (Rente): de verhoging van de rente-vergoeding over het z.g. laagrentend gedeelte van het reke ning-couranttegoed; circulaire no. 960 dd. 29-11-1960 (Spaar- vormen): de invoering van het verzekerde spaarcertificaat; circulaire no. 961 dd. 1-12-1960 (Propa ganda): de officiële uitreiking van de eerste premie voor een jeugdspaarovereenkomst; circulaire no. 962 dd. 5-12-1960 (Voor schot- en Kredietverlening): de voorschot verlening in de landbouw tegen hypotheek met kredietverzekering; circulaire no. 963 dd. 8-12-1960 (Admini stratie): enige richtlijnen met betrekking tot de uitvoering van de Jeugdspaarwet; circulaire no. 964 dd. 13-12-1960 (Spaar- vormen): enige inlichtingen betreffende de invoering van het verzekerde spaarcertifi caat; circulaire no. 965 dd. 14-12-1960 (Effec ten): de toezending van de saldo-biljetten van de bij de Centrale Bank in bewaring gegeven effecten. circulaire no. 966 dd. 16-12-1960 (Diver sen): overlopende posten e.d. bij de over gang naar het nieuwe jaar. Aantekeningen bij de statistische gegevens 448 Onder invloed van het seizoen daalde in oktober het tegoed, dat de boerenleenbanken aanhouden bij de Cen trale Bank met 8,6 miljoen. Deze daling is een gevolg van de stijging van de uitzettingen, terwijl hiertegenover een geringere toeneming staat van de toevertrouwde middelen. De stijging van de spaargelden is niet voldoende om de toeneming van de voorschotten te kunnen financieren. Uit de verzamelbalansen per 30 september en 31 oktober blijkt, dat de spaargelden zijn gestegen met 10,4 miljoen, terwijl de voorschotten een toeneming vertoonden van 11,2 miljoen. De kredieten in rekening-courant vertoonden gedurende de afgelopen maand een stijging van 3,4 miljoen, terwijl door de rekeninghouders in rekening-courant 3,9 miljoen meer werd afgeschreven dan hijgeschreven. Deze ontwikkeling in het lopende rekening verkeer is een normaal verschijnsel. Immers in de tuinbouwge bieden hebben de bedrijven, welke zich bezighouden met de teelt van stookproducten, veel middelen nodig voor verwarmingsdoeleinden, zodat deze een beroep doen op hun krediet, terwijl in de andere landbouw gebieden hier geen compensatie tegenover staat, daar de ontvangsten van de verkochte landbouwprodukten op een later tijdstip plaatsvinden. Als gevolg van bovenstaande factoren is door de boerenleenbanken een beroep gedaan op hun tegoed bij de Centrale Bank.

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 48