kan beperkt blijven tot de coupures van i.ooo,-, zomede van de nummers van een gedeelte van de overige biljetten. 4. Welke gedragslijn moet worden ge volgd bij vergoeding van rente over depo sito-tegoeden bij de Stichting Spaarbank? De rente over deposito-tegoeden kan aan de rekeninghouder worden vergoed a. door bijschrijving bij het tegoed zelve; b. door bijschrijving op een direkt op vraagbare spaarrekening of op een lo pende rekening; c. door uitbetaling. Door bijschrijving op de deposito-reke ning zelf wordt de rente onderdeel van het deposito-tegoed en kan daarover slechts beschikt worden met inachtneming van de overeengekomen opzeggingstermijn. Het is derhalve niet juist de houders van depo sito-tegoeden in de gelegenheid te stellen direkt over de rente te beschikken, als de ze rente reeds bij het tegoed is bijgeschre ven. Het verdient ten sterkste aanbeveling de deposito-houders vooraf te laten beslis sen wat met de rente gebeuren moet. Wenst de rekeninghouder vrij over de rente te beschikken, dan mag bijschrijving op de deposito-rekening niet plaats heb ben. Is er geen spaar- of lopende-rekening, waarop de rente kan worden geboekt, dan moet het bedrag beschikbaar worden ge houden door boeking op een rekening „Te verrekenen renteposten" in grootboek IIIB. Eventueel kan daarbij de afspraak worden gemaakt, dat de rente alsnog op de deposi to-rekening zal worden bijgeschreven als daarover binnen twee maanden na afloop van het boekjaar niet is beschikt. 5. Bij het betalingsverkeer via de lopende rekening worden aan de rekeninghouders provisie en kosten in rekening gebracht. Geldt dezelfde regeling ook voor girale betalingen ten laste van een spaarrekening of als derden geld storten ten gunste van rekeninghouders bij de bank zelve of bij een andere bank of giro-instelling? Voor het in rekening brengen van provisie en kosten aan spaarders en niet-rekening- houders zijn bezwaarlijk algemeen gelden de tarieven te geven. In beginsel is het juist, dat terzake van girale betalingen in op dracht van spaarders en niet-rekeninghou- ders kosten in rekening worden gebracht op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Of daarenboven ook provisie in rekening moet worden gebracht, hangt van de om standigheden af. Voor een incidentele overboeking lijkt dit niet nodig te zijn. Dit kan immers gerekend worden tot het nor maal te verlenen dienstbetoon. Zou echter een spaarder regelmatig over zijn tegoed beschikken, door afgifte van opdrachten tot overboeking in zodanige mate, dat de spaarrekening het karakter van een lopen de rekening aanneemt, dan is het bereke nen van omzet-provisie volgens het tarief van de lopende rekening alleszins gerecht vaardigd. Het spreekt vanzelf, dat laatst genoemde spaarders moet worden geadvi seerd een lopende rekening te openen. 445

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 45