wordt gesteld de omschrijving „bedrijfs middelen welke een gebruiksduur van meer dan 5 jaar plegen te hebben". Op de ze wijze zou duidelijk uit de wet blijken, dat ook bij vervreemding van gronden de vervreemdingswinst gereserveerd mag worden en gebruikt worden als eerste af schrijving op de plaatsvervangende activa. Privé gebruik personenauto Artikel 35 van het ontwerp bepaalt, dat het privégebruik van een auto tenminste op 10% van de cataloguswaarde wordt gesteld, tenzij blijkt, dat deze auto uitslui tend of nagenoeg uitsluitend ten behoeve van een onderneming wordt gebruikt. Door de bepaling van tenminste io°/o wordt bereikt, dat de fiscus de mogelijk heid heeft om meer dan 10% voor privé gebruik te rekenen, indien zij kan aanto nen, dat de kosten van het privégebruik hoger zijn geweest. De belastingplichtige echter wordt niet in de gelegenheid gesteld aan te tonen, dat de privékosten minder dan 10% zijn geweest, omdat krachtens wettelijke fictie minstens 10% voor privé gebruik wordt aangehouden. Deze con structie komt ons onjuist voor. Wanneer de fiscus de mogelijkheid heeft om, bij ge geven bewijs, boven de 10% te gaan, moet de belastingplichtige de mogelijkheid heb ben om te bewijzen, dat hij beneden de 10% is gebleven. In dat geval moet niet meer voor privégebruik berekend worden, dan in werkelijkheid hiervoor besteed is. Belastingheffing bij gebroken boekjaren Het gebroken boekjaar, dit wil dus zeggen 440 een boekjaar dat afwijkt van het kalender jaar, wordt volgens het nieuwe wetsont werp Inkomstenbelasting niet meer toege staan, tenzij het in de bedrijfstak van het desbetreffende bedrijf wenselijk en nor maal is. Wanneer een dergelijk gebroken boekjaar zich voordoet, wordt de winst over een boekjaar belast in het kalender jaar waarin dat boekjaar eindigt. Dit wijkt af van het thans geldende besluit waarin de winst over een boekjaar verdeeld wordt naar rato van die maanden, welke in de beide kalenderjaren gelegen zijn. Voor degenen die thans reeds een gebro ken boekjaar hebben, zou een dubbele be lastingheffing optreden, namelijk over dat deel van de winst dat aan het eerste kalen derjaar is toegerekend. In het wetsontwerp is een overgangsregeling getroffen, waar door deze dubbele belastingheffing voor komen wordt. In de land- en tuinbouw waar een gebroken boekjaar normaal is, doet zich echter een bijzondere moeilijk heid voor bij de regeling zoals die nu in het ontwerp gegeven wordt. Zoals bekend loopt het boekjaar in de land- en tuinbouw meestal van mei tot mei. De winst van bv. het boekjaar 1963/64 wordt dan belast in het kalenderjaar 1964. Wanneer nu echter wegens overlijden of anderszins het land- of tuinbouwbedrijf in november gestaakt wordt, wordt ook de winst over dit korte boekjaar in 1964 belast. Daar de winst in de land- en tuinbouwbedrijven groten deels gemaakt wordt in de maanden juli t/m oktober zou de situatie optreden, dat in één kalenderjaar de winsten van twee volledige seizoenen belast zouden worden, hetgeen in verband met de progressie zeer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 40