RECHT EN WET II Het nieuwe ontwerp voor de Inkomstenbelasting In de Maandelijkse Mededelingen van no vember 1960 hebben wij reeds enkele pun ten behandeld van dit nieuwe ontwerp en wel de waardeveranderingen van onroe rende goederen in de land- en tuinbouw en de mogelijkheid van middeling van inko mens. Thans zullen wij, zoals reeds in het novembernummer is vermeld, deze behan deling voortzetten. Doorschuiving van fiscale boekwaarde bij overdracht In artikel 15 van het ontwerp wordt de mogelijkheid geopend om bij overdracht van een bedrijf, ten gevolge van overlijden van de eigenaar, de verschillen tussen de boekwaarde en de werkelijke waarde van de activa niet als winst voor de overledene naar voren te laten komen. Deze tegemoet koming wordt door de fiscus verleend, in dien de nieuwe eigenaar zich bereid ver klaart in zijn beginbalans deze activa voor de boekwaarde op te nemen. Een en ander betekent derhalve, dat weliswaar de nieu we eigenaar over lagere bedragen kan af schrijven, doch dat de winst, die anders bij overlijden zou blijken, niet tot belasting betaling aanleiding behoeft te geven. Deze bepaling is van veel belang in verband met de financiële positie van het bedrijf. Men behoeft nu namelijk bij het overlijden niet het belastingbedrag over de zg. stille re serves ter tafel te brengen, doch kan dit in een reeks toekomstige jaren geleidelijk aan betalen. Uit dit oogpunt is de wette lijke bepaling dan ook ten zeerste toe te juichen. Speciaal voor de land- en tuinbouw zou naar onze mening een verdergaande bepa ling bepleit moeten worden. Het komt na melijk regelmatig voor, dat eigenaren van land- en tuinbouwbedrijven op een be paalde leeftijd, wanneer zij namelijk niet meer in staat zijn zelf het bedrijf te voeren, hun bedrijf overdragen aan hun kinderen. Dit heeft tot gevolg, dat op dat moment over de dan blijkende stille reserves belas ting betaald moet worden, hetgeen dikwijls een aanzienlijke aanslag op de beschikbare financiële middelen medebrengt. Bepleit zou daarom moeten worden, dat de door- schuivingsmogelijkheid, welke ingevolge het ontwerp alleen maar bij overlijden wordt geopend, ook gehanteerd zou mo gen worden ingeval van een overdracht onder de levenden van vader op zoon. Een en ander zou de sanering van het agrarisch bedrijfsleven in vele gevallen ten goede komen. De eis, dat de tegemoetkoming al leen maar verleend wordt als de vader 65 jaar is dan wel bij eerdere invaliditeit, lijkt acceptabel. 438

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 38