handeling, waardoor de eigendom van e- venbedoelde zekerheden voor de Bank ver loren gaat, strafbaar is. Bestaat er vrees voor verduistering, dan dient de boeren leenbank aanstonds haar rechten uit te oe fenen en de aan haar overgedragen zaken tot zich te nemen c.q. tot afbraak over te gaan. De schulden, gedekt door borgtocht, ei gendomsoverdracht van dode en levende inventaris en cessie van afbraakrechten, dienen, zoals gezegd, op korte termijn door de rechtverkrijgenden te worden geliqui deerd. In dit verband worden de boeren leenbanken er opmerkzaam op gemaakt, dat men de gezamenlijke erfgenamen van de overleden voorschotnemers c.q. cre- dietnemers binnen één jaar na het overlij den kan dagvaarden ten sterfhuize van de overleden schuldenaar. Na genoemde ter mijn van één jaar moet men elke erfgenaam afzonderlijk te zijnen woonhuize laten dagvaarden, hetgeen bij het verspreid wo nen van de erfgenamen tot onnodige com plicaties en voorts tot gedeeltelijke onver haalbaarheid kan voeren. 7. Behoudens in gevallen als hierna onder 8 genoemd, bestaat er geen bezwaar, dat schulden gedekt door een volwaardige hy potheek, door verpanding van prima ef fecten of hypothecaire vorderingen, blij ven doorlopen. Uiteraard zal dan met be trekking tot de terugbetaling van de de- betsaldi in rekening-courant een nadere regeling met de rechtverkrijgenden moe ten worden getroffen. Overigens behoeft er in het algemeen niet meer te gebeuren dan in het hoofd van de rekening een aan tekening te stellen van het overlijden van de voorschotnemer c.q. credietnemer en van de namen en adressen van diens recht verkrijgenden. 8. Bij verwerping van de nalatenschap en bij aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving alsmede bij een ongun stige vermogenspositie van de rechtver krijgenden dienen alle schulden, ook die onder 7 bedoeld, onverwijld te worden ge liquideerd. Men neme in die gevallen on middellijk contact op met de Rechtskun dige Afdeling. 9. Het komt herhaalde malen voor, dat bij de scheiding en de deling de schulden van de overleden voorschotnemer c.q. cre dietnemer door een of meer der rechtver krijgenden worden overgenomen in min dering van de te hunnen laste komende overbedelingsvorderingen. Aan de boeren leenbank wordt dan gevraagd de andere rechtverkrijgenden van hun schuld te ont slaan. De boerenleenbank heeft echter met zulk een schuldovername niets te ma ken. Zij raakt uitsluitend de interne ver houding tussen de rechtverkrijgenden on derling, die ieder voor zich in beginsel voor het deel hunner gerechtigheid in de oor spronkelijke onverdeeldheid jegens de boerenleenbank als schuldenaar gebonden blijven. Hierbij komt, dat, zou een boeren leenbank het gevraagde ontslag toch ver lenen, de gestelde zekerheden dreigen ver loren te gaan. Het dient dan ook nimmer te worden verleend. Wordt aan de boerenleenbank gevraagd voortaan slechts die rechtverkrijgenden, 434

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 34