eenkomstig de inhoud van verklaring van erfrecht uitbetaalt, zonder dat van een be roep door de legitimarissen op de nietig heid is gebleken, noopt ons als algemene regel te stellen, dat slechts mag worden uitbetaald tegen overlegging van een ver klaring van erfrecht. 4. Over de tegoeden mag, na overlegging van een verklaring van erfrecht, alleen worden beschikt door alle rechtverkrijgen den tezamen of door degene, die door alle rechtverkrijgenden tezamen schriftelijk daartoe is gemachtigd. Als gemachtigde kan optreden hetzij een van de rechtver krijgenden zelve hetzij een derde zoals de boedelnotaris. Deze laatste moet evengoed als ieder ander een door alle gerechtigden getekende machtiging overleggen. Uitbe taling aan een notaris enkel op grond van diens verklaring, dat bij boedelnotaris is, is niet toegestaan. 5. Kan door bijzondere omstandigheden het tegoed niet aan alle gerechtigden te zamen worden uitbetaald b.v. omdat een of meer van hen ondanks aanmaning blij ven weigeren hun medewerking daartoe te verlenen dan wel doordat een of meer van hen afwezig zijn of in de onmogelijkheid verkeren hun wil te verklaren, dan kan bij wijze van uitzondering aan elke gerechtig de afzonderlijk diens aandeel, dat hem blij kens de overgelegde verklaring van erf recht toekomt, worden uitbetaald tegen overlegging van het boekje indien het een spaartegoed betreft. Door elke gerechtig de moet dan echter wel een speciale kwi tantie worden getekend. Bij deze kwitan tie moet aan de boerenleenbank finale kwijting en decharge worden verleend voor het aandeel in hoofdsom en rente hem blijkens de verklaring van erfrecht toeko mende. Mocht het aandeel krachtens tes tament van de erflater met vruchtgebruik zijn bezwaard, dan is bij de uitbetaling ook de medewerking van de vruchtgebruiker vereist. 6. Het kan gebeuren, dat een van de recht verkrijgenden aanspraak maakt op meer dan het hem blijkens de verklaring van erf recht toekomende aandeel, omdat hem dit meerdere bij boedelscheiding is toebedeeld. Is reeds door de boerenleenbank uitbe taald conform de inhoud van de overge legde verklaring van erfrecht zonder dat de boerenleenbank van de boedelscheiding was in kennis gesteld, dan treft de boeren leenbank, als zijnde te goeder trouw, geen verwijt. Is nog niet uitbetaald, dan dient echter de boerenleenbank tot uitbetaling over te gaan met inachtneming van de bij de boedelscheiding plaats gevonden heb bende toedelingen. De boerenleenbank dient dan echter overlegging te verlangen van een behoorlijk uittreksel uit de nota riële akte van scheiding. Ook kan genoegen worden genomen met een desbetreffende verklaring van de notaris te wiens over staan de akte van scheiding is gepasseerd. Wordt een onderhandse akte van boedel scheiding overgelegd, dan dient, alvorens tot uitbetaling wordt overgegaan, advies te worden gevraagd aan de Rechtskundige Afdeling. 7. Het doen van betalingen waarvan ten 428

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 28