executeur-testamentair. Aan een door de
rekeninghouder vóór diens overlijden aan
gewezen gevolmachtigde kan uiteraard
niet meer worden uitbetaald. Bedoelde vol
macht is immers door het overlijden van
de lastgever vervallen; de gewezen last
hebber kan dus de rechtverkrijgenden van
de overleden lastgever niet vertegenwoor
digen.
Heeft de overledene een executeur-testa
mentair benoemd zonder aan deze het recht
van inbezitneming te verlenen, dan heeft
de boerenleenbank met hem niets te ma
ken. Alleen aan de rechtverkrijgenden kan
rechtsgeldig worden uitbetaald. Heeft de
overledene echter wel een executeur-testa
mentair benoemd met het recht van inbe
zitneming, dan kan deze tot inning van de
tegoeden overgaan en hebben de rechtver
krijgenden zich daarvan te onthouden, ten
zij de erflater wettelijke erfgenamen heeft,
die tevens legitimarissen zijn. Is dat het
geval, dan kan slechts door de executeur-
testamentair tezamen met de legitimaris
sen worden gehandeld.
Wenst een executeur-testamentair over
een tegoed te beschikken, dan dient men
daartoe niet over te gaan alvorens de
Rechtskundige Afdeling, onder opzending
van het overgelegde benoemingsbescheid,
nader om advies te hebben gevraagd.
2. Voorzoveel nodig zij opgemerkt, dat
indien tot de rechtverkrijgenden minder
jarigen, onder bewind of onder curatele
gestelden behoren, alleen kan worden uit
betaald aan de wettelijk vertegenwoordi
gers. Bevinden zich onder de rechtverkrij
genden gehuwde vrouwen, dan heeft men
met deze en niet met hun echtgenoten af
te rekenen.
3. Wie de rechtverkrijgenden zijn en of
er tot inning bevoegde executeurs-testa
mentair benoemd zijn, zijn vragen van hu
welijksgoederenrecht en van erfrecht. Het
antwoord op deze vragen dient men zich
in het algemeen te laten geven door een
notaris en wel middels een verklaring van
erfrecht. Is men in alle gevallen veilig wan
neer men op de inhoud van zulk een ver
klaring afgaat? In beginsel kan gesteld
worden, dat een boerenleenbank door het
zich doen overleggen van een verklaring
van erfrecht een voldoende mate van voor
zichtigheid heeft betracht. Dit betekent
echter niet, dat een uitbetaling conform
de inhoud van deze verklaring nu ook in
alle gevallen een rechtsgeldige is. Het kan
b.v. voorkomen, dat door een testamen
taire making de legitieme portie van de
legitimarissen is geschonden. De legitima
rissen hebben dan gedurende drie jaren na
het openvallen van de nalatenschap het
recht zich op de nietigheid te beroepen van
de beschikkingen, waardoor zij zijn bena
deeld. Doen zij dit, dan is de uitbetaling
overeenkomstig de in de verklaring van
erfrecht aangegeven beschikkingen in be
ginsel nietig. Geschiedt echter het beroep
door de legitimarissen op de nietigheid na
de uitbetaling door de boerenleenbank of
is evenbedoeld beroep voordien gedaan,
doch niet ter kennis van de boerenleenbank
gekomen, dan is deze te goeder trouw ge
weest en kan haar niets worden verweten.
Deze bescherming van de goede trouw,
welke wordt genoten wanneer men over-
427