gebonden depositorekening. Zou een wet telijke vertegenwoordiger een van genoem de handelingen willen verrichten, dan zal tevoren moeten worden gevraagd naar de kantonrechterlijke machtiging. Het opnemen van contanten is echter naar de algemeen gehuldigde opvatting een be heershandeling. Eveneens wordt als een beheershandeling aangemerkt het geven van opdracht om ten laste van het tegoed van de vertegenwoordigde een overschrij ving te doen plaats vinden ten gunste van een derde, mits uit de opdracht duidelijk blijkt, dat de over te maken gelden strek ken tot delging van een schuld van de ver tegenwoordigde, ter betaling van diens on derhoud, studie enz. Men dient echter in deze de grootst mogelijke voorzichtigheid te betrachten. De wet beoogt met het stel len van de eis van de kantonrechterlijke machtiging de vertegenwoordigde perso nen te beschermen tegen eigenmachtige handelingen van de wettelijke vertegen woordigers, welke hun belangen kunnen schaden. Werkt de boerenleenbank door het uitvoeren van een opdracht tot over schrijving mede aan een handeling, waar voor de kantonrechterlijke machtiging is vereist doch niet is verkregen, dan kan het gevolg daarvan zijn, dat die handeling wordt nietig verklaard en de overschrij ving derhalve als niet gedaan wordt aange merkt. Met overschrijvingen zij men in deze dus uitermate voorzichtig en men voere geen opdrachten uit alvorens de Rechtskundige Afdeling te hebben geraad pleegd. Hiervoor is gezegd, dat het opnemen in contanten als een beheershandeling wordt aangemerkt. Uiteraard kan ook uit een opname in contanten door de wettelijke vertegenwoordiger schade voor de verte genwoordigde ontstaan. Dit nadeel is ech ter niet een rechtstreeks gevolg van de op name zelve, doch van de besteding door de wettelijke vertegenwoordiger van de opgenomen gelden. De boerenleenbank be hoeft daarop geen controle uit te oefenen; zulks zou voor haar trouwens onmogelijk zijn. Zou men echter de wetenschap heb ben of een gegrond vermoeden, dat de wettelijke vertegenwoordiger het opgeno men geld voor privé-doeleinden gaat ge bruiken, dan handelt men door toch in con tanten uit te betalen in strijd met de vereis te zorgvuldigheid en de mogelijkheid be staat, dat de boerenleenbank alsdan tot schadevergoeding wordt aangesproken. Tot slot zij opgemerkt, dat, indien een spaarrekening op naam van een vertegen woordigde is geopend onder de bepaling, dat, zolang de wettelijke vertegenwoor diging duurt, over het tegoed niet dan wel slechts met kantonrechterlijke machtiging kan worden beschikt, men zich ook met betrekking tot opneming in contanten strikt aan die bepaling heeft te houden. Tegoeden Is een spaarder, een houder van een te goed in lopende rekening of degene, aan wie namens derden een uitbetaling moet geschieden, overleden dan kan alleen rechtsgeldig worden betaald aan de recht verkrijgenden van de overledene, eventu eel aan de door de overledene benoemde 426

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 26