stellingen wordt in het jaarverslag een op merking gemaakt. Men noemt het verheu gend te kunnen constateren, dat de grote toeneming van het aantal verleende borg stellingen in 1959 niet uitsluitend door het Zuidhollands glasdistrict is veroorzaakt. Zelfs blijkt, dat verhoudingsgewijze de stij ging in Limburg, Noordholland, de Noord oostpolder en Friesland uitgaat boven die van Zuidholland. Niettemin is absoluut ge zien de borgstelling in Zuidholland uiter aard veel belangrijker dan in de andere pro vincies. De verstrekte borgstellingen in de tuin bouw hadden ook in 1959 voor het over grote deel betrekking op de groententeelt (80%). Voor fruitteelt, bloembollen en bloemen werden weliswaar ook enige borg stellingen verleend, doch vergeleken met de overwegende betekenis van de groen tenteelt zijn zij minder belangrijk. De meest in het oog springende voorziening was het aanbrengen van verwarmd staand glas (ruim 4 miljoen), het aanbrengen van koud staand glas 3 miljoen) en het aan- Tabel 4. Uitstaande garanties Akker- en weidebouw Tuinbouw 33.722.287,- Handel en nijverheid 2.350.965,- 66.473.432,- leggen van verwarmingen (ruim 2 mil joen). Het jaarverslag vermeldt, dat in 1959 weer twee Waarborginstituten voor de Tuin bouw in het leven werden geroepen, name lijk in Limburg en de Noordoostpolder. Dit betekent, dat thans alle tuinders in Ne derland voorzover niet woonachtig in Friesland en Zeeland voor de oplossing van financieringsmoeilijkheden bij een Waar- borginstituut terecht kunnen. Door de 10 Waarborginstituten werden in 1959 648 aanvragen behandeld. Uit dit cijfer blijkt, borgstelling in de tuinbouw, de Provinciale Waarborginstituten moesten worden inge schakeld. Sector handel en nijverheid In deze sector werden in 1959 16 aanvra gen behandeld. 8 Aanvragen werden afge wezen, 4 kwamen te vervallen of werden ingetrokken, 1 is nog in behandeling, zodat uiteindelijk 3 aanvragen zijn toegewezen. De toegewezen bedragen betreffen een groenteschoonmaakbedrijf 85.000,-); koelcel voor bloemen 4.000,-); aardap pelbewaarplaats 45.000,-). Overzicht lopende verplichtingen Tot slot vermeldt het jaarverslag een over zicht van de lopende verplichtingen van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw (tabel 4). Hieruit blijkt dus, dat de uitstaande garan ties per ultimo 1959 meer dan tweemaal het aanwezige fondsvermogen 32 mil- 30.400.180,- dat bij 40%) van het aantal aanvragen om 411

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 11