steld op 28,30 cent, d.w.z. op de gemiddel
de kostprijs zonder produktiviteitsruimte;
deze is dus aan de landbouw onthouden.
Dat daardoor psychologisch en materi
eel gezien zeer grote moeilijkheden wor
den veroorzaakt voor het overleg tussen
landarbeiders en boeren over de landar
beidersionen ligt voor de hand. Hierbij
moet in het oog gehouden worden dat de
uiteindelijke gemiddelde opbrengstprijs
voor de veehouders beduidend beneden de
garantieprijs van 28,30 cent zal liggen. De
beperking van het garantie-kwantum op
5 miljard kg zal meebrengen dat de vee
houderij al heel blij mag zijn wanneer ze
in het nieuwe melkprijsjaar 27 cent per kg
voor de melk zal krijgen. Een verhoging
van dit kwantum het Landbouwschap
stelde voor tot 5,31 miljard kg wees de
regering op zeer zwakke gronden af. Op
deze manier worden de voordelen van een
hogere produktiviteit, welke via een ho
gere melkproduktie per koe en ha tot stand
wordt gebracht, aan de landbouw twee
maal ontnomen, namelijk via een lagere
kostprijs en garantieprijs en door middel
.3 79
De Boerenleenbank te Bunde