wordt vergroot. Indien er reeds spannin gen op de arbeidsmarkt optreden, zal de extra vraag, die uit de belastingverlaging voortvloeit, tot ongewenste consequenties kunnen leiden. De regering heeft er in deze omstandighe den grote waarde aan gehecht de mogelijk heid aan te houden in de loop van het eer ste halfjaar van 1961 aan de hand van dan beschikbare gegevens de vraag te beant woorden of de invoering van het nieuwe tarief per 1 juli 1961 inderdaad verant woord is. Tot dusver is de aangekondigde belastingverlaging dus nog een zeer voor waardelijke. Opmerkelijk is, dat bij de bepaling van het beleid inzake de ontwikkeling in de naaste toekomst, door de regering grote waarde is toegekend aan de factor besparingen. De toeneming van de bevolking stelt Neder land voor de noodzaak van een aanzienlij ke kapitaalsvorming. De aanleg van we gen, de uitbreiding van het onderwijs, de bouw van tunnels, het uitvoeren van de Delta-werken en de woningbouw zullen in de eerstkomende jaren grote bedragen ver gen. De besparingen, die sedert 1958 gelei delijk zijn gestegen, zullen op dat peil ge handhaafd moeten blijven. Daarom streeft de regering ernaar een gunstig klimaat te scheppen voor de bevordering van de he sparingen. In de Miljoenennota wordt gesteld, dat de financiering van het tekort op de begro ting uit de besparingen moet geschieden. Financiering op andere wijze zou tot infla tie leiden. Aangezien uit deze besparingen tevens de particuliere investeringen en de investeringen van de gemeenten en provin ciën moeten worden gefinancierd, streeft de regering ernaar het tekort op de begro ting zo laag mogelijk te doen zijn. Voor wat betreft de ontwikkeling van de kapitaalmarkt voor 1961 kan op basis van de ingediende begroting een rustig ver loop worden verwacht. De staat zal im mers, in vergelijking met dit jaar, een klei ner bedrag op de kapitaalmarkt behoeven op te nemen. Indien de kapitaalsuitgaven van de gemeenten in de hand kunnen wor den gehouden, zal dus van de zijde van de overheid geen grote vraag op de kapitaal markt worden uitgeoefend. Het heeft er alle schijn van, dat door de overheid op de kapitaalmarkt een zeer nauwgezet beleid zal worden gevoerd. De overheid streeft immers reeds geruime tijd naar een binding van de liquiditeiten, om dat zij een ruime liquiditeit ongewenst acht bij een oplopende conjunctuur. Als gevolg daarvan onttrekt de overheid meer midde len aan de kapitaalmarkt dan zij voor de fi nanciering van haar tekort nodig heeft. De regering kondigt aan dit beleid voort te zetten in een mate die wordt bepaald door de rente op de kapitaalmarkt Als gevolg daarvan zou men kunnen verwachten, dat de kapitaalmarktrente zich op het huidige niveau zal handhaven. Aan dit voornemen is uitvoering gegeven met de zojuist aangekondigde staatslening.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 9