De miljoenennota 1961 Op de derde dinsdag in september heeft de Minister van Financiën traditiegetrouw de Rijksbegroting voor het komende jaar aan de Staten Generaal aangeboden. De stuk ken, die dit jaar uit het koffertje kwamen, waren niet traditioneel voor zoveel betreft het gunstige beeld dat deze begroting geeft. Uit de ingediende begroting blijkt een ze kere tevredenheid over de economische ontwikkeling van Nederland. Als gevolg daarvan kon ook de begroting met gunstige cijfers sluiten. Toch zou de Minister van Financiën geen goede schatkistbewaarder zijn geweest als hij niet meteen enkele waarschuwende geluiden liet horen; naar zijn mening is enige zorg omtrent de ont wikkeling van de bestedingen gewenst. Samenvattend ziet de begroting 1961 er als de hiernaast afgedrukte tabel uit. De Gewone Dienst blijkt een overschot op te leveren van bijna 1300 millioen, ter wijl de Buitengewone Dienst sluit met een tekort van bijna 1500 millioen. Als ge volg daarvan kon een tekort op de Gehele Dienst worden berekend van praktisch 200 millioen. Houdt men rekening met enige additionele posten, die het begro tingstekort zullen vergroten, dan resteert een totaaltekort van ruim 500 millioen. Voor dit bedrag zal dekking moeten wor den gevonden door middel van besparin gen. De regering kondigt aan het tekort- komende bedrag op de betalingsmarkt te Omschrijving Ontwerp begroting 1961 (in min. gids.) Gewone Dienst Uitgaven Middelen Saldo Buitengewone Dienst Uitgaven Middelen Saldo Gehele Dienst Uitgaven Middelen Saldo ontwerp-begroting Voorts zijn nog additionele posten te verwachten, welke per saldo het begrotingstekort vergroten met 345 Begrotingstekort rekening houdende met de additionele posten 539 319 7-765 9^058 4- 1.293 1.897 4IO - 1.487 9.662 9.468 - 194 Incl. rond 297 min. voor het nadelig saldo van het Landhouw-Egalisatiefonds.

Rabobank Bronnenarchief

T01 | 1960 | | pagina 7