van 10 december 1957 waarin de Regering
werd uitgenodigd aan de Kamer een nota
te overleggen waardoor inzicht kon wor
den verkregen inzake de ruimtelijke orde
ning in Nederland en waaruit tevens de be
leidslijnen, welke de regering bij het be
oordelen van deze problemen en de mede
werking tot oplossing daarvan denkt te
volgen, kunnen worden gekend.
In deze nota inzake de ruimtelijke orde
ning in Nederland komen vraagstukken
aan de orde als bevolkingsgroei en bevol
kingsspreiding, tendenties bij de ontwik
keling van de bevolkingsspreiding, indus
triespreiding, spreiding van de dienstensec
tor, waarbij uiteraard in samenhang met
de zich in Nederland voordoende ontwik
keling grote aandacht is besteed aan de be
volkingsdichtheid en de industrieconcen
tratie in het Westen van Nederland. De
problemen omtrent de ruimtelijke orde
ning worden in deze nota geplaatst in het
kader van de bevolkingsontwikkeling in
West-Europa; uit een en ander blijkt dui
delijk, welke bijzondere problemen de be
volkingsdichtheid in Nederland geeft.
Er is reden om ook in ons orgaan enige
aandacht voor deze nota te vragen, aange
zien het vraagstuk van de ruimtelijke or
dening onze boerenleenbanken in meerde
re opzichten raakt.
Op de eerste plaats bemerken vele boeren
leenbanken dat de bevolkingsontwikkeling
speciaal in het gebied van Noord- en Zuid-
Holland eisen stelt aan de bedrijfsuitoefe
ning zoals deze tot op heden kon worden
gevoerd. In de nota over de ruimtelijke or
dening wordt opgemerkt, dat door de ont
wikkeling van de Randstad Holland moei-
lijke conflicten met het agrarische bedrijf
ontstaan. Aan de concentratie van speciale
takken van tuinbouw in het Westen is te
danken, dat de drie westelijke provincies
naar waarde ongeveer 40% van de totale
tuinbouwproduktie opleveren. Juist de
tuinbouw onder glas is echter zodanig ge
situeerd, dat in verschillende gevallen de
stadsuitbreiding slechts ten koste van grote
agrarische belangen tot stand kan komen.
Bekend zijn de moeilijkheden in het kas-
sengebied van Loosduinen, in de omgeving
van Rotterdam en elders. De aanleg van de
uitgestrekte nieuwe havencomplexen bij
Rotterdam en Amsterdam zullen opnieuw
hoogwaardige landbouwgrond opeisen.
Ook de nieuwe wegen met de bijkomende
verkeerselementen leggen beslag op grote
oppervlakten agrarisch land, terwijl zij
veelal ook nopen tot herinrichting van de
betreffende gebieden. In de nota worden
de grote moeilijkheden welke ontstaan
uit deze bevolkingsuitbreiding erkend zon
der dat overigens oplossingen worden aan
gegeven. Men spreekt slechts van voorlich
ting aan de jeugd, teneinde deze te oriën
teren omtrent de mogelijkheden buiten het
agrarisch bedrijf.
Nog in een ander opzicht is er echter voor
onze boerenleenbanken een raakvlak met
de ruimtelijke ordening. De ruimtelijke or
dening houdt zich immers ook bezig met
de ontwikkeling van het agrarische platte
land. De nota constateert, dat op het plat
teland zich ingrijpende wijzigingen afte
kenen; het platteland wordt meer en meer
opengebroken en er bestaat een duidelijke
tendentie tot vergroting van de bedrijven.
In dit kader wordt grote waarde gehecht
353