Zoals ook blijkt uit de koerstabel die hier
bij is afgedrukt blijven de obligatiekoersen
nog regelmatig stijgen. De koersstijging
gaat weliswaar langzaam, doch het rende
ment komt daarmede steeds dichter in de
buurt van het rentegamma dat door het
Ministerie van Binnenlandse Zaken in o-
verleg met Financiën aan de lagere over
heid is opgelegd.
Voor leningen met een gemiddelde loop
tijd van tenminste 7 jaar laat het gamma
een rente toe van 4%: zoals vermeld in ons
vorige nummer slaagden de Gemeenten
Delft en Dordrecht erin, bij openbare e-
missie elk 5 millioen op deze condities
aan te trekken (het ging hier over leningen
met aflossing ineens na 7 jaar).
Voor leningen met een gemiddelde loop
tijd van tenminste 10 jaar is een rente van
4H0/o toegestaan: in dit kader werd tegen
14 oktober de inschrijving gesteld op een
20 millioens 4%°/o 14-jarige obligatie
lening ten laste van de Gemeente Rotter
dam tegen de koers van 99%). De eerste vijf
jaar vindt geen aflossing plaats, daarna in
9 gelijke jaartermijnen: de gemiddelde
looptijd van deze lening komt daarmee op
exact 10 jaren. Van de 20 millioen is
reeds 7 millioen vóórgeplaatst. Het ef
fectieve rendement van de lening komt op
4.30'% (iets hoger dan 4J/8% doordat de
obligaties halfjaarcoupons dragen en door
dat de uitgifte geschiedt a 99%)).
Voor leningen met een gemiddelde loop
tijd van tenminste 15 jaar laat het gamma
een rente toe van 41/4%>- Waar de lagere
overheid voor de financiering van zijn in
vesteringen het meest behoefte heeft aan
dit soort langlopende leningen, ligt het
voor de hand, dat juist de renteontwikke
ling en de plaatsingsmogelijkheid van de
ze leningen met de meeste aandacht wordt
gevolgd. Een 4%lening van de Gemeen
te Gouda met een vaste looptijd van 15
jaar werd op 30 september ruim volte-
kend: het gevraagde bedrag van 3 milli
oen was echter te klein om uit dit succes
af te leiden dat voor dit soort leningen rui
me plaatsingsmogelijkheid aanwezig is.
Voor de geldnemer is bovendien een af
lossing ineens na 15 jaar niet bepaald aan
trekkelijk; de wens gaat veel meer uit naar
de meer traditionele vorm van een bijvoor
beeld 30-jarige lening met gelijkmatige af
lossing.
In verband met de laatstgenoemde lenings-
vorm hebben zich in de loop van septem
ber nog verwikkelingen voorgedaan, die
ook in de pers aandacht kregen. Medio
augustus was namelijk bij de emissie 4V4
Zuid-Holland 1960 gebleken, dat dit
soort leningen het bij openbare emissie a
99% (nog) net niet haalden. Bij zulke o-
penbare emissies laat het rentegamma een
consortiumprovisie toe van 2%, zodat het
emissiekantoor de lening feitelijk over
neemt a 97°/o: het mislukken van de open
bare emissie behoeft voor het emissiekan
toor daarom niet meteen een strop te bete
kenen; de 2% consortiumprovisie mag vol
doende worden geacht voor dekking van
het risico van mislukking. In het geval
Zuid-Holland lag de beurskoers na de in
schrijving tussen 98/^ en 99.
Worden op deze wijze leningen onderge
bracht dan zal de geldnemer i.c. de lagere
overheid tevreden zijn: onafhankelijk van
de Bank voor Nederlandsche Gemeenten
340