3 ontwikkelingen in de E.E.G. en overwe gingen van budgetaire aard. Het kan ge wenst zijn de boeren, via een zekere prijs verhoging voor het ene produkt en een ze kere prijsverlaging voor het andere pro dukt, te stimuleren tot enige verschuiving in hun produktieplan. Hierbij moet men zich echter wel realiseren, dat in ons land onder de huidige omstandigheden geen grote uitwijkmogelijkheden naar andere produkten aanwezig zijn. Het E.E.G.-ar gument is van reële aard, maar wij kunnen op grond van de huidige verhoudingen tussen de producentenprijzen in Neder land en die in de andere E.E.G.-landen niet inzien dat dit argument zou kunnen worden gebruikt voor garantieprijzen be neden de kostprijs, wel voor wat hogere ga rantieprijzen. Het budgetaire argument mag o.i. dit jaar geen rol spelen, omdat de positie van de nederlandse schatkist nu be hoorlijk gunstig is en dus hiermede geen lagere garantieprijzen kunnen worden ge motiveerd. Wat nu betreft de hoogte van de door het L.E.I. berekende kostprijzen tegenover die van 1959/60 kan het volgende worden medegedeeld: voor tarwe en gerst zijn de kostprijzen een weinig lager; voor haver (kleigronden) is de kostprijs enigszins hoger; 337 2 1. Buitenaanzicht van het nieuwe kantoor van de Boerenleenbank te Wychen 2. Kantoorruimte van de Boerenleenbank te Wychen 5. Trappenhal van de Boerenleenbank te Wychen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 25