duele bedrijven alsmede van de landbouw
coöperaties, die veelal onontbeerlijk zijn
voor de verzorging van een rendabele af
zet en verwerking der producten dan wel
voor een voordelige en efficiënte voorzie
ning der bedrijven in allerlei bedrijfsbeno-
digdheden.
Hiermede wordt als het ware een persoon
lijk appél gedaan op ons allen om niet te
vreden te zijn met het ontwikkelings
stadium, waarin onze landbouwkredietin
stellingen zich bevinden. Zij zullen tot
meer en beter dienstbetoon moeten worden
opgevoerd en daardoor kunnen bijdragen
tot verbetering van de levensstandaard
van de boeren en tuinders, tot een betere
inkomensverdeling, waarin thans veelal
aan land- en tuinbouw wordt tekort ge
daan en tot een verheffing van de sociaal-
economische toestand van de in ontwik
keling achtergebleven gebieden.
Dit alles plaatst ons voor een geweldige
verantwoordelijkheid. Maar welk een
voorrecht is het, dat wij juist in onze
functie als beheerder of directeur van een
landbouwkredietinstelling, plaatselijk, re
gionaal of centraal, kunnen bijdragen tot
de opheffing van deze achterstand en al
dus een stukje kunnen bijdragen tot de
verbetering van de wereld.
Gilbert Cesbron zegt in zijn laatst versche
nen boek: Ce siècle appelle au secours:
ze zijn niet zo talrijk de mannen, aan wie
men het moet danken, dat deze eeuw in de
geschiedenis nog iets anders zal zijn, dan de
eeuw van de vlammenwerpers, van de a-
toombom, van de gasovens en de „displa-
ced persons". Mogen wij dan als vertegen
woordigers van het georganiseerd land
bouwkrediet in Europa tenminste ertoe bij
dragen, dat deze eeuw de geschiedenis in
gaat als de eeuw, die de ontwikkeling van
de achtergebleven gebieden mede dank zij
ons streven heeft naderbij gebracht.
Au secours, betekent voor ons: meer en
beter landbouwkrediet ter verheffing van
de landbouw en van de in ontwikkeling
achtergebleven gebieden. Au secours; te
hulp.
Deze eeuw roept om hulp.
331