gemeentebesturen, er toe overgingen alle weekinkomens om te zetten in maandin komens. Vaak heeft men daarbij de advie zen van het Gezins-Begrotings-Instituut gevraagd. In de toekomst zal een derge lijke omschakeling zich nog wel vele ke ren voordoen. Het hele financiële verkeer ondergaat namelijk een ontwikkeling in de richting van week- naar maandbetalingen. Met een aantal sprekende voorbeelden toont mevrouw E. J. Wilzen-Bruins, die ook deze brochure schreef, dit aan. In bij na ieder huishouden heeft men tegenwoor dig op het gebied van de vaste lasten meer te maken met maandelijkse betalingen dan met wekelijkse. Een groot aantal vaste las ten wordt zelfs per kwartaal, half jaar of jaar voldaan. In het algemeen zal het fi nanciële huishoudelijke beleid er dus al leen maar eenvoudiger op worden wan neer het inkomen ook maandelijks wordt ontvangen en als men ook bij een week- inkomen zich meer en meer instelt op maandelijkse betalingen. Als voordeel komt daar dan nog bij minder gebel aan de deur en minder onnodig en geen dub bel geloop van incasseerders e.d. Niettemin zal iemand, die gewend is ge weest aan een wekelijks inkomen en veel wekelijkse betalingen, er misschien nog wel enige moeite mee hebben zich in te stellen op de betalingen per maand. Bij de sprong van week- naar maandinkomen zal men veelal hulp ontvangen in de vorm van een overbruggingsregeling of een voorschot. Maar het doelmatig beheren van het maandinkomen zal daarna ieder zich eigen moeten maken. Daarvoor geeft de schrijfster een aantal nuttige wenken en aldus ontstond er een boekje dat in de toekomst stellig velen tot steun zal zijn. Beide uitgaven gaan binnenkort ter perse. Aantekeningen bij de statistische gegevens Gedurende de maand juli zijn de liquide middelen van de boerenleenbanken wederom toegenomen. Deze toeneming kunnen we verklaren enerzijds uit de stijging van de toevertrouwde middelen, anderzijds door de daling van de kredieten in rekening-courant. Bij de toevertrouwde middelen constateren we zowel een toename van de spaargelden als een stijging van het tegoed, dat de rekeninghouders in rekening-courant bij de banken aanhouden. D.e spaargelden gaven een stijging te zien met 17.4 miljoen. De creditsaldi namen toe met 11.1 miljoen. Hiertegenover daalden de kredieten in rekening-courant. Deze daling is een vrij normaal seizoensverschijn sel. Immers in deze tijd van het jaar hebben vooral de aan- en verkoopverenigingen minder behoefte aan bedrij fskredieten. De voorschotten stegen van 594.6 miljoen einde juni tot 606.6 miljoen per ultimo juli. Ook deze stijging kon ruimschoots gefinancierd worden uit de toeneming van de toevertrouwde middelen. Wat betreft de spaarresultaten over de maand augustus kunnen de boerenleenbanken van de Eindhovense organisatie tevreden zijn. Voor de eerste maal dit jaar lag het spaarsaldo hoger dan in de overeenkomstige maand van het vorig jaar. Gedurende augustus werd bij onze boerenleenbanken 19 miljoen meer ingelegd dan terugbetaald. Het vorig jaar bedroeg het spaarresultaat in dezelfde maand 17 miljoen. Bij de R.P.S. overtroffen de inlagen gedurende augustus de terugbetalingen met 24,9 (17,7) miljoen terwijl het spaarsaldo bij de Utrechtse boerenleenbanken 28,5 (31,7) miljoen bedroeg. 311

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 35