Geld- en Kapitaalmarkt
In tegenstelling tot vroegere jaren, toen
de maanden september en oktober voor de
banken steeds een zeer moeilijke periode
vormden in verband met de jaarlijkse be
taling van de Vennootschapsbelasting, gaf
de aanvang van dit tijdvak dit jaar geen
spoor van moeilijkheden te zien. Augustus
kende een zeer ruime geldmarkt en sep
tember sloot daar onveranderd op aan.
Dit is inderdaad wel eens anders geweest.
Tot vorig jaar was het steeds de gewoon
te, dat aanslagen Vennootschapsbelasting
in hun geheel in één termijn werden vol
daan. Begin 1959 werd echter bij gerech
telijke uitspraak vastgesteld, dat de ver
plichting tot het betalen van de Vennoot
schapsbelasting in één termijn in strijd
moest worden geacht met de Wet op de
Invordering van 1845, welke wet in het
algemeen uitgaat van betaling in vijf ge
lijke maandtermijnen. Hoewel het Rijk
tegen deze uitspraak beroep heeft aange
tekend, hebben de belastingontvangers in
structies gekregen betaling van de Ven-
nootschapsbelasting in vijf termijnen toe
te staan onder voorwaarde dat zij, die
van deze mogelijkheid tot vertraagde be
taling gebruik maken, achteraf 4,2% ren
te zullen moeten bijbetalen indien het Rijk
het nog lopende proces mocht winnen.
Vorig jaar moet reeds circa 50% van de
voorlopige aanslagen in termijnen zijn be
taald. Van het proces hoort men intussen
niets meer. Het heeft er echter alle schijn
van, dat dit jaar op nog veel ruimere
schaal in termijnen zal worden betaald:
thans staat de geldmarkt zeer zeker niet
onder de druk van een piek in de belas
tingbetalingen en callgeld is op het offi
ciële tarief van 1 Yflo zeer ruim beschik
baar.
In een obligatiemarkt die het gamma
niveau wel zeer dicht is genaderd slaagden
300