kingen te voeren over maatregelen, waar door de boterafzet in Engeland verbeterd zou kunnen worden. Denemarken heeft dit verzoek gegrond op een bepaling in de Kleine-Vrijhandelszone-overeenkomst; de ze voorziet in besprekingen tussen deelne mende landen (hier Engeland en Dene marken), wanneer de afzet voor een agra risch produkt uit het exportland op de markt van het importland bedreigd wordt door exporten uit niet-deelnemende lan den met behulp van staatssubsidies. Het slechte weer heeft ook geleid tot gro tere aanvoeren van slachtvee, hetgeen een van de factoren is welke de lagere markt- noteringen verklaren. Sedert kort spelen op de slachtvee-markt ook enigermate mee de Franse maatregelen tot stopzetting van de invoer van slachtvee en rundvlees (ook van schapen en schapenvlees) op grond van een minimum-prijsregeling. De ach tergrond van deze Franse maatregelen is enerzijds gelegen in de toename van de Franse produktie en anderzijds in de im- portpolitiek van Duitsland. Een aantal ja ren lang heeft de Franse regering een uit breiding van de Franse rundvleesproduktie krachtig gestimuleerd; een deel van de produktie-toename zou moeten worden uitgevoerd, waarbij met name gedacht werd aan uitvoer naar landen van de E.E.G. De Franse hoeren hebben aan de aandrang van de regering gevolg gegeven, maar nu wordt de Franse markt over voerd en ondanks een politiek van uit de markt nemen daalden de slachtvee-prij zen in Frankrijk aanmerkelijk. En uitvoer naar Duitsland, dat jaarlijks rond 200.000 ton aan slachtvee en rund vlees invoert, bleef onmogelijk. Op grond van motieven van sanitaire aard (de Fran se slachthuizen voldeden niet aan redelij ke eisen) en van veterinaire (in Frankrijk heerst mond- en klauwzeer) verbood Duitsland de invoer van Frans slachtvee en rundvlees. Deze Duitse houding is voor Frankrijk een doorn in het oog. Daar is men van mening, dat Duitsland een voor keur verleent aan de invoer uit zgn. derde landen (o.a. Denemarken, Argentinië, eni ge Oost-Europese landen) om daardoor zijn export van industrieprodukten te kun nen bevorderen. Nederland voert belangrijke hoeveelheden rundvlees en schapenvlees uit naar Frank rijk en zou dus gevoelig getroffen kunnen worden door de Franse maatregel. Daar staat echter tegenover dat Nederland ook grote hoeveelheden rundvlees uit Frank rijk invoert. Men zou kunnen stellen dat de handel tussen Nederland en Frankrijk goeddeels het karakter heeft van een ruil handel. Wij importeren zgn. voorvoeten, waarvan Frankrijk een overschot heeft en wij exporteren zgn. achtervoeten, waaraan Frankrijk een tekort heeft. Gezien het be lang, dat beide landen hebben bij een voortzetting van de onderlinge handel, menen wij te mogen verwachten, dat in onderling overleg een voor beide partijen bevredigende oplossing zal kunnen wor den gevonden. De bovenvermelde gespannen verhouding ten aanzien van slachtvee en rundvlees tussen Frankrijk en Duitsland is al een dui delijk teken, dat de verwezenlijking van gemeenschappelijke markt en beleid in de agrarische sector niet van een leien dakje 297

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 21