Landbouw-economisch nieuws Weer eens is op overduidelijke wijze ge bleken, hoe zeer de land- en tuinbouw af hankelijk zijn van niet te beheersen en niet te voorziene natuurlijke omstandig heden. De aanhoudende regenval heeft grote moeilijkheden veroorzaakt bij het oogsten en binnenhalen van de oogst. De vooruitzichten ten aanzien van de kwali teit en kwantiteit waren eind juli, zowel voor tarwe als voor de voergranen, over het algemeen zeer gunstig. Maar tengevol ge van de langdurige regenperiode hebben vele boeren grote schade geleden: de bru- to-opbrengsten zullen vaak flink tegenval len en de kwaliteit zal gemiddeld veel la ger zijn dan aanvankelijk mocht worden verwacht. Zeker wanneer het weer niet beter zou worden, zouden ook grote moei lijkheden en aanzienlijke schadeposten ontstaan bij andere akkerbouwprodukten, zoals aardappelen en suikerbieten. Vele weilanden kregen te lijden van wa teroverlast en menige boer is genoodzaakt zijn koeien veel vroeger dan normaal op stal te zetten, hetgeen uiteraard ongunsti ge konsekwenties heeft op de veevoeder positie. Terwijl de melkproduktie tot het midden van dit jaar ongeveer 15%) boven die van de overeenkomstige periode in 1959 lag, zijn daarna de melkafleveringen flink teruggelopen. Op het einde van au gustus lagen ze nog slechts 7—8°/o boven die in 1959, toen de langdurige droogte in het Zuid-Oosten van ons land haar in vloed deed gevoelen. Hoewel het prijspeil van de zuivelproduk- ten in het algemeen betrekkelijk laag is, concentreren zich de afzetmoeilijkheden toch vooral op de boter. De Nederlandse boterproduktie is dit jaar steeds betrekke lijk groot geweest en ondanks de verle ning van exporttoeslagen en toeslagen voor binnenlandse afzet zijn de botervoor- raden gestegen tot rond 18.000 ton. In het Produktschap voor Zuivel vindt een be raad plaats over de vraag of niet moet worden overgegaan tot een verkoop van koelhuisboter aan de Nederlandse verbrui kers tegen lage prijzen 1. De Britse boter markt biedt al maandenlang geen gunstige perspectieven. Dit is mede veroorzaakt door de omstandigheid dat de E.E.G.-lan den (Nederland buiten beschouwing gela ten) geen of weinig boter importeren en enige van deze landen (België en Frank rijk) nu zelf boter exporteren. Denemarken is over deze ontwikkelingen zeer verontrust, vooral nu in de laatste weken de prijzen van Deense boter op de Engelse markt weer flink gedaald zijn. Het heeft aan Engeland verzocht bespre- 296 1 Intussen besloot dit Bestuur de Minister te ad viseren hiertoe over te gaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 20