een ander soort twee derden en weer van een ander soort negen tienden goed te recht zal komen. De ene soort leningen zal men dan onder garantie van het Fonds willen geven tot het dubbele bedrag van een daarvoor bestemd deel van het Fonds vermogen, een ander soort tot het drie voudige, een derde soort tot het tienvou dige van een daarvoor bestemd deel van het Fondsvermogen. Hoe men de leningen nu in groepen wil verdelen, welk bedrag uit het Fondsvermogen voor ieder dier groepen moet worden bestemd en welke vermenigvuldigingsfactor tegenover iede re soort uitleningen moet worden aange houden om het als maximum te accepte ren bedrag voor garanties van het Fonds vast te stellen, dit is iets, waarover de Commissie zich niet uitlaat en dat zij aan het overleg tussen het Bestuur van het Fonds en de kredietverstrekkende instel lingen overlaat. Zij geeft echter te kennen ervan overtuigd te zijn, dat ten aanzien van de garanties voor uitleningen, andere dan in de sector Handel en Nijverheid, de vermenigvuldi gingsfactor vier zeker acceptabel zou zijn. Ten aanzien van het beleid van het Borg stellingsfonds betuigt de Commissie haar instemming voor wat de keuze der projec ten betreft; ook zij meent, dat de garan ties zich moeten beperken tot voorschot ten en niet moeten worden uitgebreid tot kredieten in lopende rekening. In de sec tor Akker- en Weidebouw zouden de ga ranties tot 100% van de te financieren projecten moeten kunnen gaan, mits de investering rendabel is en de aanvrager de zekerheid, die hij zelf kan stellen, ook in brengt. In de sector Tuinbouw zou de fi nanciering onder garantie van het Fonds tot 50% van het project beperkt kunnen blijven, omdat in die sector de mogelijk heid bestaat een Provinciaal Waarborgin- stituut voor de financiering van de verde re behoefte in te schakelen. De Commissie is van mening, dat het ge wenst zou zijn, dat de Centrale Banken niet slechts in de beleidsbepaling van het Fonds zouden worden gekend, doch dat ook in aanmerking zou kunnen komen een delegatie van de beslissingsbevoegdheid in de afzonderlijke gevallen aan de Centrale Banken. De Commissie brengt in herinne ring, dat in de gevallen waarin het gaat om de financiering van normale land bouw- en tuinbouwprojecten, de Centrale Banken op een terrein zijn waar zij de eventuele risico's krachtens haar traditio nele taak binnen haar eigen organisaties in het algemeen goed kunnen beoordelen. Is het bij de Centrale Bank geen dagelijks werk om aanvragen der boerenleenbanken tot goedkeuring van kredieten en voor schotten kritisch te bezien? Zou het dan zo ingrijpend zijn bij een gunstige beoor deling ook een beslissing over een garan tie van het Borgstellingsfonds op basis van richtlijnen van het Bestuur van dat Fonds en onder toezicht van dat Bestuur in han den van de Centrale Bank te leggen? Het Bestuur van het Borgstellingsfonds heeft mede naar aanleiding van het rap port van de Commissie Landbouwkrediet overleg gepleegd met de beide Centrale Banken en heeft onlangs medegedeeld, dat het heeft besloten, vooreerst om de beide Centrale Banken nauwer bij de beleidsbe- 288

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 12