van de R.P.S. en van de boerenleenbanken
en dat die misvattingen inderdaad voorko
men bij de ambtelijke instanties, die met
deze zaken te maken hebben.
Bij de reeds gesignaleerde misvattingen
blijft het echter niet. Van dezelfde zijde
wordt ter verdediging van het R.P.S.-voor-
stel verder gesteld, dat 5 miljoen spaarders
wachten op de hogere rentevergoeding
van de R.P.S. Ook dit is niet juist. Ben ik
wel ingelicht dan zou, indien het desbe
treffende voorstel zou worden gevolgd,
een 3V2% rentende beleggingsrekening bij
de R.P.S. slechts kunnen worden geopend
door middel van een eerste storting van
1000,—. Nu is het een bekend feit, dat
het gemiddeld saldo op de spaarboekjes bij
de R.P.S. betrekkelijk laag is, nl. per 31
december jl. 475,—, te vergelijken met
741,— bij de spaarbanken en 1.836,— bij
de boerenleenbanken.
Bij een dergelijk laag gemiddeld saldo op
de R.P.S.-boekjes is het duidelijk, dat er
van de 5 miljoen spaarders maar betrekke
lijk weinig zijn, die van de hogere rente
zouden kunnen profiteren. De beoogde
maatregel zou dan ook slechts effect sor
teren, indien de spaar- en boerenleenban
ken de R.P.S. in de rentedifferentiatie op
basis van 3V20/o niet zouden volgen en als
gevolg daarvan de 1.000,— klanten hun
spaargelden zouden laten overboeken naar
de R.P.S. Het is duidelijk, dat het weder
om de boerenleenbanken zijn, die in deze
het meest kwetsbaar zijn, gelet op het ge
middeld hoge saldo op de boekjes, waar
van sommige provinciale handelsbankkan
toren dan ook duchtig profijt weten te
trekken. Maar het is ook duidelijk, waar
om de boerenleenbanken zo maar niet hals
over kop de handelsbanken met een hoge
re rentevergoeding gevolgd zijn. Kan de
R.P.S. ervan uitgaan, indien althans de
spaar- en boerenleenbanken niet zouden
volgen, dat de rentedifferentiatie op basis
van 372%> haar meer klanten zal bezorgen
als gevolg waarvan de nieuw verworven
spaargelden op beleggingsrekening spoedig
zouden overtreffen het intern over te boe
ken bedrag, de boerenleenbanken met na
me, moeten rekening ermede houden, dat
honderden miljoenen zo geen miljarden
van de 4 miljard, die aan de boerenleen
banken zijn toevertrouwd, voor overboe
king naar een 372°/o beleggingsrekening in
aanmerking komen. Kan de R.P.S. derhal
ve op winst speculeren bij toepassing van
de beoogde maatregel, zolang althans de
beleggingsmogelijkheden een rendement
van 41/2in vooruitzicht stellen, voor de
boerenleenbanken zit er alleen maar verlies
in, dat niet uit de winstcapaciteit kan wor
den gedekt, want de reserve-vorming bij
de boerenleenbanken blijft toch reeds aan
merkelijk ten achter bij de R.P.S. M.a.w.
de boerenleenbanken zouden de debetren
te-tarieven ook voor uitstaande voorschot
ten, onmiddellijk moeten verhogen, het
geen tot nu toe mede ter bevordering van
de landbouwstructuurpolitiek, die door de
Regering wordt gevoerd, niet opportuun
wordt geacht.
Dit is derhalve de derde misvatting van de
ambtelijke instanties: het gaat niet om de
5 miljoen spaarders van de R.P.S., die op
renteverhoging zitten te wachten, maar om
de spaarders bij spaar- en boerenleenban
ken, die eventueel zouden overstappen,
236