BOERENLEENBANKPRAKTIJK
Een praatje over vergaderen
Neen, het is echt niet onze bedoeling een
praatje te gaan houden over de statutaire
bepalingen van de bank, die zeggen, dat
het Bestuur tenminste eenmaal per maand
en de Raad van Toezicht tenminste een
maal per kwartaal moeten vergaderen.
Ook niet over het nut of de noodzaak van
vergaderen in het algemeen of over het
belang van een goede vastlegging van de
besluiten. Waar we wel over willen pra
ten? Och, zo maar over het bijeenkomen,
over het verloop van de vergadering en
wat ons daarbij als vermeldenswaardig te
binnen schiet.
Laten we eerst in vergadering bijeenko
men. Om 8 uur aanwezig zijn is de af
spraak en daar ligt voor ons al direct de
eerste moeilijkheid. Wij kunnen namelijk
zo slecht op tijd komen. Een enkele keer
is het ons werkelijk onmogelijk, maar dan
zijn we er ook als de hazen bij om daar
van kennis te geven. Zo zijn we wel. Maar
verder komen we gewoon te laat. Kwaal
van onszelf en nog besmettelijk ook. En
de voorzitter wacht gewoonlijk op ons.
Deed hij dat maar niet. Wij vinden eigen
lijk, dat een goede voorzitter niet moet
wachten. Die moet beginnen, want dat is
misschien het enige middel tegen onze
kwaal. Maar goed, we zijn er en de ver
gadering zou kunnen beginnen, als niet de
op-tijd-komers ondertussen in een leven
dig dispuut gewikkeld waren, dat even
uitgepraat moet worden. Vervelend vin
den wij dat. Ze moesten toch eigenlijk be
grijpen, dat een vergadering bijeenkomt
om te vergaderen en niet om Nou ja,
we kunnen er moeilijk iets van zeggen.
Het enige wat we kunnen doen is trachten
de discussie op dood spoor te rangeren,
wat ons met enige inspanning gelukt.
Dan opent onze voorzitter de vergadering
en stelt onmiddellijk het voorlezen van de
notulen aan de orde. Onze voorzitter heeft
nu eenmaal meer moeite met praten dan
met luisteren. Kan overigens een zeer lof
waardige eigenschap zijn. Sinds de inspec
tie-dienst het Bestuur gewezen heeft op
artikel 19 lid 3 van de Statuten zijn wij
met de voorlezing van de notulen belast.
Vanwege ons aangename en duidelijke
stemgeluid. De kassier-notulenmaker moet
echter wel naast ons zitten, want wij kun
nen alleen datgene duidelijk voorlezen,
wat duidelijk geschreven is. Het verhaal
schijnt het college bekend in de oren te
klinken. Commentaar blijft uit en deswege
worden de notulen onveranderd vastge
steld en getekend. Een blijde gebeurtenis
in de kring van ons veebestand was oor
zaak van onze afwezigheid op de vorige
262