Jaarvergadering
van de Boeren en Tuinders
Levensverzekering
De Jaarvergadering van de B.T.L. werd
gehouden op 2 juni 1.1. te 's-Hertogen-
bosch. De heer C. G. A. Mertens opende
de vergadering met de christelijke groet.
Hij deelt mede dat, aangezien zowel de
Voorzitter als de Ondervoorzitter van de
Raad van Commissarissen wegens gezond
heidsredenen verhinderd zijn, aan hem
verzocht is de leiding van deze vergade
ring op zich te nemen. Hij doet vervolgens
voorlezing van een inleidingsrede, die door
Mr. van Campen reeds was opgesteld. De
ze luidt als volgt:
Het boekjaar 1959, ten aanzien waarvan
vandaag verslag wordt gedaan, was het
eerste jaar, waarin de BTL geheel zich zelf
was, d.w.z. zonder materiële of personele
unies met andere instellingen en werkzaam
in een eigen gebouw. Het is de Raad van
Commissarissen een groot genoegen te
mogen vaststellen, dat onder de voor de
BTL nieuwe omstandigheden de verschil
lende verzekeringsactiviteiten, die door
246
haar worden uitgevoerd, opnieuw een
gunstig verloop hebben te zien gegeven.
Het wederom naar inhoud en vorm goed
verzorgde jaarverslag legt daarvan getui
genis af. Gaarne zeg ik de directie en de
staf van de N.V. namens U allen dank
voor dit inhoudsvolle jaarverslag, waaruit
duidelijk spreken de gunstige resultaten
niet alleen doch vooral ook de grote zorg
die door directie en staf en verdere mede
werkers aan de ontwikkeling van de za
ken van de BTL wordt besteed.
Het jaar 1959 was opnieuw voor de BTL
een jaar van groei en ontwikkeling. Van
zelfsprekend was dit niet, omdat ook de
BTL met tegenwind had te kampen, met
name voorzoveel betreft die werkgebie
den, die in ernstige mate van de droogte
te lijden hadden. Er waren daar geen over
schotten, die in spaar- of levensverzeke
ringscontracten konden worden omgezet;
integendeel in die gebieden deden zich
moeilijkheden voor met de premie-inning
voor de in deze gebieden reeds lopende
verzekeringen. Dat desondanks het jaar
1959 voor de BTL gunstiger nog is ge
weest dan het voorafgaande jaar, mag tot
grote voldoening strekken, omdat daaruit
blijkt niet alleen de groeikracht van het
fonds en de doeltreffendheid van het ac
quisitie-apparaat, maar vooral ook, dat on
ze BTL breed haar vleugels heeft kunnen
uitslaan en haar werkgebied niet beperkt
tot die gebieden, die vanouds als de voor
de boerenorganisaties meest vruchtbare ge
bieden hebben gegolden, waar de organi
satie- en coöperatie-trouw spreekwoorde
lijk mag worden genoemd. Het pleit voor
het aanzien, dat de BTL heeft verworven,