(dr. F. Lübkes, Duitsland); en de beteke
nis van het landbouwkrediet voor de ont
wikkeling van de economisch minder ont
wikkelde gebieden, door Mr. Ph. C. M.
van Campen.
De vergadering kon bijzonder geslaagd
worden genoemd. Voor wat betreft het
rapport van Dr. Florquin, hieraan is reeds
op de Algemene Vergadering op 9 mei
1960 de nodige aandacht besteed in ver
band met de door hem naar voren ge
brachte opmerking voor opvoering van de
besparingen bij de boerenleenbanken. De
tekst van de rede van de Heer van Cam
pen wordt in het volgende nummer opge
nomen. Tijdens deze vergadering bleek,
dat Zweden en Denemarken steeds meer
belangstelling gaan vertonen voor het
werk van de C.I.C.A.; deze landen zullen
thans ook een plaats krijgen in het alge
meen bestuur. Deze toenemende belang
stelling is voor een groot gedeelte natuur
lijk te verklaren uit de ontwikkeling van
de verhouding tussen de landen van de
E.E.G. en de vrijhandelsassociatie.
Het congres van de C.I.C.A. kon bijzonder
203