Jaarverslag van de
Nederlandse Spaarbankbond
over 1959
Het als steeds goed verzorgde jaarverslag
van de Nederlandse Spaarbankbond ver
dient ook dit jaar weer bijzondere aan
dacht.
Het verslag maakt melding van de zeer
gunstige ontwikkeling van de spaarbewe-
ging bij de bij haar aangesloten banken.
Het jaar 1959 wordt voor de aangesloten
spaarbanken het beste spaar jaar in hun ge
schiedenis genoemd; in dit jaar bedroeg
het spaarsaldo 308 miljoen, waardoor het
totale spaartegoed van de bij de Spaar
bankbond aangesloten instellingen een be
drag van 2,5 miljard overschreed.
Het jaarverslag wijdt eveneens enige pas
sages aan de economische ontwikkeling
van Nederland, tegen welke achtergrond
vervolgens de ontwikkeling van de spaar
bankinstellingen wordt beschreven. Het
verslag vermeldt interessante gegevens
omtrent het seizoenmatige verloop van de
inlagen en terugbetalingen bij de aange
sloten banken, waaruit blijkt, dat zich in
1959 enige verschuivingen hebben voorge
daan.
De groei van het spaarsaldo ten belope van
308 miljoen is voor het merendeel be
legd in effecten, nl. 168 miljoen, ter
wijl daarnaast de onderhandse leningen,
aan en gegarandeerd door publiekrechte
lijke lichamen, een belangrijke toeneming
vertonen nl. met 98 min gld., voor een
belangrijk gedeelte een gevolg van het ver
strekken van onderhandse leningen aan de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De
hypothekenportefeuille nam toe met ƒ36
miljoen.
Voor wat betreft de rentebaten en -lasten
wordt opgemerkt, dat beide wat zijn toe
genomen als gevolg waarvan de rentemar
ge gelijk is gebleven. De rentebaten belo
pen uitgedrukt in van het inleggerste
goed 3,77% en de vergoede rente 2,97%,
zodat de marge o.8o°/o beloopt. Bij de bij
onze organisatie aangesloten boerenleen
banken bedroegen de rentebaten in 1958,
uitgedrukt in °/o van de toevertrouwde
middelen 3,86%) en de rentelasten 2,88%
zodat de rentemarge 0,98% beloopt. Op
merkelijk is voorts, dat de onkosten uitge
drukt in °/o van het inleggerstegoed aan
zienlijk terugliepen, waarmede zij op
0,70% van het inleggerstegoed zijn geko
men. Ter vergelijking diene, dat dit per
centage precies gelijk is aan dat, hetwelk
geldt voor de bij onze organisatie aange
sloten boerenleenbanken.
Het verslag wijdt ook enige aandacht aan
een vergelijking tussen de ontwikkeling
van de verschillende groepen spaarinstel-
lingen, waarbij tevens gegevens zijn opge
nomen over de spaarbeweging in enige
208