Duitsland is duidelijk tegen: de landbouw moet er buiten blijven. Kort voor deze conferentie is hierover overleg geweest tussen de Europese Commissie en Duits land, tussen deze Commissie en Nederland, tussen de Commissie, Duitsland en Neder land en vooral tussen Nederland en Duits land. Maar tot daags voor de conferentie stonden Duitsland en Nederland nog even sterk tegenover en even ver van elkaar. Wij zijn dan ook bijzonder benieuwd of de Ministerraad van de E.E.G. tot beslis singen, en zo ja tot welke, is kunnen ko men ten aanzien van een versnelling. Wij hopen slechts dat de Nederlandse regering vast zal blijven houden aan het standpunt, dat de land- en tuinbouw met een even tuele versnelling zal moeten meedoen. Geld- en Kapitaalmarkt Ondanks het feit dat de bankbiljetten-cir culatie tegen 2 mei was opgelopen tot de ongekende hoogte van bijna 4,6 miljard, ging de overgang naar de maand mei zonder moeilijkheden aan de geldmarkt voorbij. Voor een deel was dit te danken aan de omstandigheid dat de driemaandelijkse rijksuitkering aan de gemeenten op 25 april een bedrag van rond 300 millioen in de markt had gebracht. Vrijwel onmid dellijk na de aanvang van de nieuwe kas- reserveperiode, die voor de meeste banken begint op de 22e van de maand, werd daar mede de geldmarkt zeer ruim; het bank wezen kwam zo in de gelegenheid vlotter dan normaal te voldoen aan zijn kasreser- veplichten en kreeg ruimere armslag om de moeilijkheden van deze ultimo op te vangen. Terwijl daarnaast rond 1 mei uit de schat kist nog behoorlijke bedragen toevloeiden wegens vervallend schatkistpapier en ren tebetaling per 1 mei, daalde de feitelijke t) Deze beschouwing, die werd geschreven toen op 12 mei te Brussel de voor ons land gunstige beslissing viel, onderstreept nog eens het grote succes van de door drie Nederlandse bewindslieden (Luns, de Pous en Marijnen) gevoerde onderhan delingen. 191

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 35