worden, indien ook nog op al deze aanbe
velingen zou worden ingegaan. De behan
deling daarvan kan gevoegelijk blijven rus
ten, totdat bij het Bestuur van de Centrale
Bank is ingediend het door het Bestuur ge
vraagde directie-rapport met voorstellen
hoe in onze landbouwkredietorganisatie
ware gevolg te geven aan de aanbevelingen
van de Commissie. Dit directierapport is
thans in bewerking en zal, naar ik veron
derstel, nog in de loop van dit jaar in Be
stuur en Raad van Toezicht van de Cen
trale Bank kunnen worden behandeld.
Daarna zullen ongetwijfeld voorstellen
worden uitgewerkt tot wijziging van mo
delstatuten van de boerenleenbanken als
mede van de statuten en van het huishou
delijk reglement van de Centrale Bank.
Het zou echter niet juist zijn, indien wij in
afwachting daarvan werkeloos zouden blij
ven. Dat is ook geenszins de bedoeling. De
aanpassing, de verjonging en vernieuwing
van onze boerenleenbanken en van de ge
hele apparatuur, die in onze landbouwkre
dietorganisatie ter beschikking staat, die
nen dagelijks te worden bevorderd en ver
beterd. Het is ons een genoegen te kunnen
constateren, hoezeer de beheerders en kas
siers der boerenleenbanken daarvoor open
staan. Verbetering van de bedrijfsinrich
ting der boerenleenbanken en nieuwbouw,
daar waar zulks nodig en passend is, zijn
aan de orde van de dag. Ook heeft men
open oog ervoor dat de leden van de boe
renleenbank en daarmede de land- en tuin
bouw in de streek van de boerenleenbank
ten zeerste zouden worden benadeeld, in
dien ook niet aan de kassiers en verdere
beambten van de banken de hoogste eisen
zouden worden gesteld. In het algemeen
zou kunnen worden geconstateerd, dat
daaraan wordt voldaan dan wel dat de tot
dat doel gegeven cursussen worden ge
volgd om het peil van de kassiers en be
ambten hoger op te voeren.
Teneinde in deze nog meer te bieden, heeft
het Bestuur van de Centrale Bank onlangs
besloten binnen het kader van de buiten
dienst van de inspectie tot het in het leven
roepen van een afzonderlijke afdeling
voorlichting en na-contróle. Daarbij zit de
bedoeling voor om in het geheel van onze
landbouwkredietorganisatie, d.w.z. bij de
Centrale Bank, bij de districts-inspecties
en ook bij de plaatselijke boerenleenbanken
de mogelijkheden tot het verstrekken van
voorlichting op het stuk van de bedrijt's-
financiering en van de kredietmogelijkhe
den zodanig op te voeren, dat overal be
kwame mensen ter beschikking staan om
ter bereiking van een allround voorlichting
van boeren en tuinders het noodzakelijke
samenspel te leveren met de sociaal-econo
mische voorlichtingsdiensten van de land
bouworganisaties, met de landbouwboek-
houdbureaux en met de technische voor
lichtingsdiensten van het Rijk.
Ook is het Bestuur ertoe overgegaan de
afdeling Centrale Inspectie onder een af
zonderlijke leiding te plaatsen en zijn thans
ook voor de districten Breda en Eindho
ven afzonderlijke districtsinspecteurs be
noemd. Thans staat op het program de
aanstelling van een of meer landbouwkun
dig ingenieurs met bedrijfseconomische er
varing en opleiding, die speciaal zouden
kunnen worden ingeschakeld bij de behan
deling van de kredietaanvragen die steeds
181