doende winstgevendheid van het land- en tuinbouwbedrijf alleen dan kan worden verwacht, nadat door de nodige kapitaals investeringen de produktie-factoren per bedrijf in een zo gunstig mogelijke ver houding zijn gebracht. Zulks zal echter veelal eerst dan het geval kunnen zijn, indien in vele bedrijven de kapitaalgoederenvoorraad in de vorm van gebouwen en machines en verdere bedrijfs inrichting behoorlijk is uitgebreid, zodat eenzelfde of hogere productie per bedrijf met minder arbeidskrachten kan worden tot stand gebracht. M.a.w. in het licht van een toekomst waarin de concurrentie-om- standigheden op de gemeenschappelijke markt doorslaggevend zouden gaan wor den voor de rentabiliteit van land- en tuin bouw, verkeren wij eigenlijk in een circu- lus vitiosus: een verbetering van de inko menspositie d.w.z. van de spaarmogelijk- heden is eerst nodig om de uitbreiding van de kapitaalgoederenvoorraad in de land bouw gezond te kunnen financieren en omgekeerd is een hogere kapitaalintensiteit van de bedrijven nodig om die verbeterde inkomenspositie en die verbeterde spaar- mogelijkheden te bereiken, waaruit de ver onderstelde en beoogde interne financie ring kan worden bereikt. Onder de ge schetste omstandigheden kan het niet an ders of alleen met een grotere kredietop neming kan deze circulus vitiosus worden doorbroken. Maar dan is het ook bijna vanzelfsprekend, dat wij voor de naaste toekomst rekening ermede moeten houden, dat wij jaren tegemoet gaan, waarin de toeneming van de besparingen, althans van de besparingen uit land- en tuinbouw af komstig, zullen achterblijven bij de toene ming van de kredietvraag en derhalve in onze boerenleenbankorganisatie zich de ontwikkeling zal gaan voordoen, die ik reeds heb geschetst. En over die andere veronderstelling, dat het aanbod van fi nancieringsmiddelen van familieleden met name bij overneming van de bedrijven zich in gelijke mate zou voortzetten als in het verleden, behoef ik nauwelijks iets te zeg gen. Ieder in deze zaal weet beter dan ik uit eigen ervaring, hoe juist door de af vloeiing van arbeidskrachten uit de land bouw, hoe door het losser worden van de familieband, alsmede door de verstedelij king van het levenspatroon ten plattelande de uitkomst veelal anders zal zijn dan in de veronderstelling van de Commissie Land bouwkrediet tot uitdrukking komt. Deze veronderstelling is door de Commissie dan ook slechts als een alternatief gezien. Daarnaast werd door de Commissie een andere mogelijkheid geplaatst, waarbij de eerst gemaakte veronderstellingen niet zouden gelden, in welk geval de financie ringsrekening van land- en tuinbouw op basis van een jaarlijks investeringsbedrag van 600 miljoen echter niet meer klopt. Activering van de besparingen uit de niet- agrarische sector. Om die financieringsrekening van de Ne derlandse land- en tuinbouw toch klop pend te krijgen, daartoe zullen wij als boe renleenbankorganisatie onze bijdrage moe ten leveren. En wel in de eerste plaats door een meer intensieve aantrekking van besparingen ten plattelande uit andere 177

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 21