vullen, zoals daarbij wordt verondersteld is mij een raadsel. Indien immers de parti culiere handel en de coöperatie verplicht zijn tegen een minimum netto-prijs af- boerderij te kopen, zullen zij daartoe slechts in staat zijn, indien zulks kan ge schieden voor rekening en risico van de Gemeenschap, c.q. van de lid-staten: d.w.z. op basis van staats- of gemeen- schapshandel. Wat in dit systeem de rol is van de maximumprijs is in het geheel niet uit de verf gekomen, noch in het rap port Lücker en evenmin in het rapport van de heer Legendre, dat op dit punt van het verplicht ingrijpen bij vooraf bekend gemaakte minimum- en maximumprijzen uitdrukkelijk zegt uit te gaan van de des betreffende aanbeveling in het rapport Lücker. Of hiermede de verhoudingen juist zijn weergegeven, waag ik te betwij felen. Veel meer houd ik het ervoor, dat de door mij gewraakte alinea in het rap- port-Liicker is terecht gekomen als grond slag voor een prijsstelsel in het graanrap- port van de Heer Legendre, dat mij nog minder ligt dan dat van de Europese Com missie dat voor de granen zou kunnen lei den tot de indeling van de Gemeenschap in kunstmatige prijszones. Dergelijke stel sels kunnen naar mijn mening alleen wor den toegepast bij staats- of gemeenschaps- handel. Ook de schepping van kunstmatige prijszones, die het gevolg zouden kunnen zijn van de voorstellen van de EEG-Com- missie, lijkt mij in strijd met de voor land- bouwprodukten beoogde vrije interne markt. Wat betreft de toepassing van interventies zou ik niet verder willen gaan dan een aan de EEG-Commissie toe te kennen be voegdheid tot seizoenmatige aankopen, waarbij ervan wordt uitgegaan, dat de aan te kopen hoeveelheden in beginsel weder om in de loop van het jaar zoveel mogelijk worden afgezet. Indien verder wordt ge gaan, vrees ik dat van een werkelijk ge meenschappelijke markt, waarop in begin sel vraag en aanbod hun invloed doen gel den, behoudens noodzakelijke correcties, die ook naar mijn mening onder omstan digheden bepaald noodzakelijk zijn om de producent een redelijke prijs te waarbor gen, niets terecht komt. Dat bij verder gaan ook alle prikkels vervallen ter oriën tering van de produktie in de richting van de meeste kansen biedende afzetmogelijk heden, spreekt vanzelf. In het door mij ge wraakte systeem wordt immers niet ge produceerd voor de markt, doch op basis van de vooraf bekendgemaakte netto-ba sisprijs af-boerderij, voor rekening van de desbetreffende lid-staat of van de Ge meenschap. Dergelijke systemen leiden onherroepelijk tot staats- of gemeenschaps- handel en tot een opstapeling van over schotten, die vooral in financieel opzicht ontwrichtend werken op de economie van de lid-staten, c.q. van de Gemeenschap zelf. Nadat aldus de voorstellen inzake markt en prijsbeleid zijn getoetst aan de werking van de gemeenschappelijke markt, dient te BIJDRAGE VAN DE LANDBOUWPOLITIEK TOT EEN HARMONISCHE ONTWIKKELING VAN DE WERELDHANDEL 123

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 7