het boerengezinsbedrijf een centrale plaats
dienen in te nemen.
De principiële opbouw van de landbouw
voorstellen op deze drie belangrijke peilers
vindt haar fundament in artikel 38 van bet
Verdrag van Rome, waarin wordt gesteld:
de gemeenschappelijke markt omvat mede,
de landbouw en de handel in de landbouw-
produkten;
de regels voor de instelling van de ge
meenschappelijke markt zijn mede van
toepassing op de landbouwprodukten,
voorzover in de artikelen 39 t/m 46 van
het Verdrag niet anders is bepaald.
Overgangsfase
De centrale doelstelling in het E.E.G.-
Verdrag is de verwezenlijking van een ge
meenschappelijke markt van goederen en
diensten, die via specialisatie en handels
verruiming zal leiden tot welvaartsverho
ging. De voorstellen van de Europese Com
missie voorzien ter bereiking van dit doel
in een geleidelijke vrijmaking van de in
terne handel door stapsgewijze afbraak dei-
handelsbelemmeringen en voorzover no
dig geleidelijke toenadering der prijzen.
Het is echter wenselijk daarbij met nadruk
te stellen, dat bij de aldus gedachte ont
wikkeling van de gemeenschappelijke
markt het evenwicht tussen de verschil
lende maatregelen bewaard dient te blij
ven. Om een voorbeeld te noemen: voor
de Nederlandse landbouw betekent de toe
nadering van de prijzen, dat de verede-
lingssector op basis van het Europese
voergraanprijspeil moet gaan produceren.
Dit is echter slechts dan aanvaardbaar, in
dien binnen dezelfde termijn het handels
verkeer binnen de Zes wordt vrijgemaakt
en concurrentie-vervalsende maatregelen
worden opgeheven.
Eenzelfde onderlinge coördinatie is even
zeer noodzakelijk tussen het structuurbe
leid, dat de onmisbare voorwaarde vormt
voor de verhoging van de produktiviteit,
en daardoor voor de bevordering van een
redelijke levensstandaard in de landbouw
en het markt- en prijsbeleid. Daarbij zal er
op moeten worden gelet, dat het streven
naar een redelijke levensstandaard van de
agrarische bevolking met behulp van het
markt- en prijsbeleid niet zodanig plaats
vindt, dat het bereiken van een volledig
vrije interne markt voor landbouwproduk
ten daardoor in gevaar wordt gebracht.
In dit licht zal ook de voorgestelde ver
snelling van het integratieproces dienen te
worden gezien. De ervaring leert, dat de
economische integratie in de landbouw de
neiging vertoont trager tot stand te komen
dan die in de overige sectoren van het eco
nomisch leven.
DE LANDBOUW ALS INTEGREREND DEEL
VAN DE ECONOMIE
120
De voorgestelde versnelling kan derhalve
worden opgevat als een positieve bijdrage
tot de ontwikkeling van de Gemeenschap.
Dit klemt te meer bij een algehele versnel
ling van het tot ontwikkeling brengen van
het Verdrag, waarbij de landbouw als in
tegrerend deel van de economie der Ge
meenschap niet mag achterblijven. De ver
snellingsgedachte zal echter op evenwich
tige wijze dienen te worden uitgewerkt.
Dit betekent, dat de versnelling betrekking
dient te hebben op alle onderdelen van het