B. Huurwoningen. 1. Voor huurwoningen geldt een systeem van aflopende jaarlijkse bijdragen, terwijl bovendien nog een premie ineens wordt gegeven als afkoopsom voor eventuele ri sico's na het aflopen van de jaarlijkse bij dragen. Zowel jaarlijkse bijdragen als pre mie ineens worden toegekend aan de eer ste eigenaar-exploitant. 2. De huurwoningen zijn verdeeld in drie categorieën nl. woningen met maximale huurprijzen, variërende al naar gelang de Gemeente, waarin wordt gebouwd, van 85,— tot 60,—, categorie A, van 105,— tot 80,—, categorie B, en van 125,— tot 100,—, categorie C. Evengenoemde bedragen zijn, zoals ge zegd, maxima. De Minister van Volkshuis vesting en Bouwnijverheid bepaalt nl. de huurprijzen en wel op ten hoogste 7^% van de netto-stichtingskosten (stichtings- kosten minus premie ineens), terwijl op het aldus verkregen bedrag nog de jaar lijkse bijdrage in mindering wordt ge bracht. 3. In categorie A, de goedkoopste huur woningen, bedraagt de premie ineens ge middeld 2.000,— en de jaarlijkse bijdrage gemiddeld 440,—, in categorie B be draagt de premie ineens gemiddeld 1.600,— en de jaarlijkse bijdrage gemid deld 340,— en in categorie C bedraagt de premie ineens gemiddeld 1.200,— en de jaarlijkse bijdrage gemiddeld 240,—. 4. Indien de eigenaar-verhuurder binnen drie jaren na de datum van de aanvang der eerste bewoning een huurwoning zelve wil gaan bewonen, kan hij in beginsel nog voor een premie voor een door de eigenaar zelve te bewonen woning in aanmerking komen. Uiteraard wordt op deze premie in mindering gebracht al hetgeen hij reeds als eigenaar-verhuurder aan subsidie heeft ontvangen. 5. De jaarlijkse bijdrage wordt telkenjare verminderd met 3, 5 of 7% van haar be drag, al naar gelang de huurwoning valt in categorie A, B of C. Bovendien worden op de jaarlijkse bijdrage gekort de toege stane huurverhogingen. 6. Het recht op de jaarlijkse bijdrage ver valt, indien: a. de woningen worden verhuurd tegen een hogere dan de toegestane huurprijs, b. de eigendom van de woningen overgaat zonder dat het recht op de jaarlijkse bij drage mede overgaat, c. de woningen niet langer verhuurd of voor verhuur beschikbaar blijven, d. de woningen aan haar bestemming als woning worden onttrokken. 7. Bij het vervallen van het recht op de jaarlijkse bijdrage kunnen de premie in eens en de reeds betaalde jaarlijkse bijdra gen worden teruggevorderd. C. Toeslag 1. De toeslag op de premie ter bevorde ring van het eigen-woningbezit is losge maakt van de hoogte van de premie en is verschillend al naar gelang de grootte van de woning en het gezin. Zij zal gemiddeld 1.100,— per woning bedragen. Indien de bouw van een eigen woning gepaard gaat met de afbraak van een krot dan wordt de toeslag verdubbeld. 146

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 30