1960 RECHT EN WET De subsidieregeling particuliere woningbouw Daar het tekort aan arbeiders- en goedko pe middenstandswoningen het grootste is, tracht de Overheid in sterkere mate dan tot nu toe is geschied de particuliere wo ningbouw te richten op evengenoemde ca tegorieën van woningen. In de nieuwe, op i april 1960 in werkinggetreden subsidie regeling wordt dit streven tot uitdrukking gebracht door het toekennen voor goed kopere woningen van grotere premies dan voor duurdere woningen alsmede door voor woningen, welke worden gebouwd voor de verhuur tegen door de Overheid vastgestelde huurprijzen, behalve de pre mie ineens nog jaarlijkse bijdragen te ver lenen. Deze huursubsidie steunt op de ge dachte, dat de bewoner van een nieuwe woning niet de kostprijshuur hoeft te beta len doch slechts de huur, die hij voor een vergelijkbare oude woning zou moeten be talen. Stijgen de huurprijzen voor verge lijkbare oude woningen en gaan ook de huurprijzen voor de nieuwe, gesubsidieer de woningen omhoog, dan daalt uiteraard de huursubsidie. Afgezien van een vermin dering van de huursubsidie tengevolge van een huurverhoging, heeft de huursub sidie echter in ieder geval een aflopend karakter n.1. telkenjare wordt een vermin dering van de jaarlijkse bijdrage uit hoof de van door afschrijving vrijgekomen ren te toegepast, welk systeem om reden dit het rendement van de exploitatie onverlet laat, wel aanvaardbaar kan worden geacht. Behalve op het terrein van de subsidie techniek voor huurwoningen, zijn er nog enkele andere wijzigingen. Er is bepaald, dat de subsidie wordt toegekend aan de eerste eigenaar-bewoner, indien het een eigen woning, en aan de eerste eigenaar exploitant, indien het een huurwoning be treft. Is de eerste eigenaar-bewoner of de eerste eigenaar-exploitant niet tevens de initiatiefnemer tot de bouw, dan kan inge val van bouw van woningen voor de markt de toekenning van de premie aan de eerste eigenaar-bewoner of de eerste eigenaar exploitant moeilijkheden opleveren bij de financiering van de bouw. Immers het is mogelijk, dat de bouwers, die hun toekom stige kopers nog niet kennen en dan ook geen vooruitbetaling op de koopsommen kunnen bedingen, hun financiering niet rond kunnen krijgen en daardoor over een hoger bouwcrediet zullen moeten beschik ken, hetgeen kostenverhogend zal werken. De toeslag op de premie is losgemaakt van de hoogte van de premie en verschilt al naar gelang de grootte van de woning en het gezin. Een derde wijziging betreft de regeling van de gemeentegarantie voor hypothe caire leningen ter financiering van de I43

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 27