Geld- en Kapitaalmarkt
Nu de Paasdagen dit jaar midden in de
maand april vielen, werd de vrees geuit,
dat de terugstroming van het bankpapier,
dat tegen i april, zoals bij maandwisselin-
gen gebruikelijk, in ruime mate in omloop
kwam, ditmaal veel trager zou verlopen
dan in „normale maanden" het geval is.
Men verwachtte in dit verband een ver-
krapping van de geldmarkt, temeer nu er
op moest worden gerekend, dat in april
een behoorlijk bedrag aan belastinggelden
zou afvloeien naar de Schatkist, terwijl ook
de storting van tweemaal 100 millioen
(per i april en per 13 april) op de nieuwe
leningen van de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten in ieder geval voor enkele da
gen de geldmarkt zou beïnvloeden.
De Nederlandsche Bank zag in dit alles
aanleiding om de geldmarkt te hulp te ko
men en verklaarde zich op 24 maart bereid
om schatkistpapier, dat kwam te vervallen
in de periode van 15 april tot 1 mei, tot
nader order tegen het niet onaantrekkelij
ke disconto van 2% over te nemen. Blijk
baar wilde men daarmede zoveel mogelijk
voorkomen, dat het bankwezen zijn geld
marktuitzettingen in het buitenland nog
sneller liquideert dan door de daling van
de geldmarktrente in New-York reeds het
geval is. In dit liquideren van buitenlandse
geldmarktuitzettingen ziet men immers de
dreiging van een ongewenste uitbreiding
van de binnenlandse geldhoeveelheid voor
langere tijd en het gevaar van een te snelle
expansie van de binnenlandse kredietver
lening.
Met de spanningen op de geldmarkt is het
intussen nog al meegevallen. Van de facili
teit tot overdracht van kortlopend schat
kistpapier aan De Nederlandsche Bank,
welke open bleef tot 2 april, werd slechts
gebruik gemaakt tot een bedrag van goed
50 millioen. Het opnemen van voor
schotten bij De Nederlandsche Bank bleef
eveneens zeer beperkt en de rente voor
callgeld daalde reeds in de eerste dagen
van april tot het officiële tarief van i34°/o.
Verdere daling is zeker niet uitgesloten.
Voorzover de geldmarktmiddelen, die
vrijkwamen uit het buitenland, onderdak
zochten bij de Agent van het Ministerie
van Financiën, vond men ook hier een da
lende rente. Aanvankelijk werd de rente
voor 2- en 3-jaarspapier verlaagd metj40/'o
en voor 5-jaarspapier met 3dj°/o. Op 21
maart reeds volgde een tweede verlaging,
ditmaal met 3/g°/o voor alle termijnen. De
rente voor schatkistbiljetten kwam daar
mede op 2%% voor 2 jaar, op 33/s°/o voor
3 jaar en op 3^2% voor 5 jaar.
De obligatiemarkt was bepaald vast ge
stemd. Nadat op de eerste 4j/20/o lening
van de Bank voor Nederlandsche Gemeen-
I4I