maxima voor de gebouwen gelijk gebleven
en die voor de gronden een weinig 10,—
verhoogd.
h. Wat de tuinbouwgronden betreft is
voor het eerst een categorie „fruitteelt-
gronden" opgenomen. Daarnaast zijn de
maxima voor tuinbouw in de laagste kwa
liteitsklasse vastgesteld op die voor het be
treffende bouw- en grasland, verhoogd
met 50,— per ha.
i. Daar de gebouwenkosten voor de vee
teelt- en gemengde bedrijven duidelijk
verschillen naargelang deze al dan niet op
overwegend zandgrond worden uitgeoe
fend, zijn deze bedrijven in 2 categorieën
verdeeld. Voor de gebouwen van bedrij
ven op overwegend zand zijn de maxima
met gemiddeld 10,— verlaagd.
j. Ter bevordering van rendabele investe
ringen in de grond werd de pachtprijs
structuur enigszins gewijzigd, zodat zij in
ruimere mate rekening houdt met de ex
terne produktie-omstandigheden (verkave
ling, ontsluiting, waterhuishouding, enz.)
Daarom werden de zgn. toeslag- of aftrek
posten voor deze externe produktie-om
standigheden waar mogelijk een weinig
verhoogd.
k. Voor boomgaarden, waarvan de waarde
in belangrijke mate bepaald wordt door
bet al of niet in volle produktie zijn, werd
een nieuw stelsel van waardering gekozen.
1. De maxima van woningen in de doelma
tigheidsklassen „zeer goed" en „goed" wer
den met 20% verhoogd in verband met de
huurverhoging per 1 april j.1. Voor wonin
gen in de doelmatigheidsklasse „slecht"
werden de maxima niet verhoogd. Voor
de tussenliggende klassen „gemiddeld en
matig" werden de maxima aangepast met
verhogingen tussen o en 20% gelegen.
De herziening van de hoogst toelaatbare
koopprijzen, welke maxima krachtens de
Wet op de Vervreemding van Landbouw
gronden moeten worden gehanteerd bij
koop en verkoop van landbouwgronden,
was noodzakelijk in verband met de wijzi
gingen ten aanzien van de hoogst toelaat
bare pachtprijzen. De vastgestelde veran
deringen corresponderen met hetgeen
hierboven medegedeeld is met betrekking
tot de wijzigingen in de maxima-normen
voor de pachtprijzen.
Afzonderlijk moet nog worden vermeld
dat de zgn. kapitalisatiepercentages voor
tuinland zijn verlaagd. Hierdoor wordt
onder meer tegemoet gekomen aan de
moeilijkheden, welke de tot nog toe gel
dende maximum-prijzen aan het verwer
ven van voor tuinbouw geschikte grond in
de weg bleken te staan. Van tuinbouwzijde
was op een dergelijke wijziging reeds se
dert jaren met kracht aangedrongen.
Met spanning wacht men, met name in de
pluimveehouderij-wereld af, of over enige
maanden de eiermarkt een kentering in
gunstige richting zal gaan vertonen. Dit
zal met name afhangen van de grootte van
de pluimveestapel in de West-Europese
landen en van de omvang van de eierim-
porten in Duitsland en Italië vanuit landen
als Israël, Polen en Finland.
Wat ons land betreft staat wel vast dat in
seizoen 1959/60 aanmerkelijk minder
139