Tabel 4. Procentuele mutaties in het aantal rekeningen en het spaarsaldo
naar urbanisatiegraad (Utrecht Eindhoven)
beweging nagenoeg evenwijdig loopt, het
geen door het geringe verschil in de sa
menstelling van de beroepsbevolking ver
klaarbaar is. De banken in de A 3 gemeen
ten vertonen een spaarbeloop dat in enkele
jaren overeenkomst vertoont met dat van
de overige plattelandsbanken, doch in an
dere jaren meer gelijkt op dat van het ver
stedelijkt platteland en de steden. Bij de
banken in de beide laatste groepen kan
eveneens een opvallende overeenkomst in
de spaarbeweging worden geconstateerd.
Op de recessie volgende op het Korea-con-
flict heeft de spaarbeweging bij de boeren
leenbanken op het platteland minder sterk
gereageerd dan bij die op het verstedelijkt
platteland en in de steden. Het herstel in
1952 is echter bij de banken in de B en
vooral in de C gemeenten krachtiger en
zet zich ook tot en met het jaar 1955
voort. Ten plattelande is de ontwikkeling
echter anders; in de jaren 1953 en 1954
is de relatieve stijging afgenomen, doch
in 1955 wordt het stijgingsniveau van 1952
weer overschreden. In 1956 treedt bij alle
groepen een teruggang op, die in de steden
en op het verstedelijkt platteland het
grootst is.
De spaarbeweging bij de boerenleenbanken
op het verstedelijkt platteland en in de ste-
83
'951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 Jlm 1958
Banken gevestigd in A i gemeenten (420)
Procentuele mutatie in aantal rekeningen 1,8 3,4 2,8 3,3 3,8 4,7 5,1 11,9 43,0
Procentuele mutatie in het spaarbedrag 1,6 6,7 6,3 6,0 7,3 4,1 4,0 12,6 85,3
Banken gevestigd in A2 gemeenten (214)
Procentuele mutatie in aantal rekeningen 1,0 2,6 3,0 4,2 4,0 5,8 6,4 9,3 42,2
Procentuele mutatie in het spaarbedrag 1,4 3,7 5,5 5,0 7,4 4,8 4,5 14,0 87,4
Banken gevestigd in A 3 gemeenten (344)
Procentuele mutatie in aantal rekeningen 1,0 2,7 3,6 3,3 4,9 4,7 9,5 10,9 48,2
Procentuele mutatie in het spaarbedrag 0,7 4,1 6,0 5,6 9,3 3,4 7,1 14,0 96,2
Banken gevestigd in B geineenten (228)
Procentuele mutatie in aantal rekeningen 2,8 4,4 4,6 6,2 6,5 6,0 10,2 17,4 73,8
Procentuele mutatie in het spaarbedrag 2,3 7,1 8,3 9,4 12,9 7,1 8,9 17,9 131,7
Banken gevestigd in C gemeenten (110)
Procentuele mutatie in aantal rekeningen 1,3 1,4 6,6 5,5 6,0 5,9 21,8 16,7 84,7
Procentuele mutatie in het spaarbedrag 2,5 8,9 9,6 10,7 11,1 3,6 7,3 22,4 136,9
Totaal (1.316)
Procentuele mutatie in aantal rekeningen 1,6 3,1 3,8 4,3 4,9 3,3 9,4 13,0 54,7
Procentuele mutatie in het spaarbedrag 1,6 6,2 6,8 7,0 9,4 5,3 6,3 15,6 103,3