a. Nieuw verstrekte hypotheken, waar
van het oorspronkelijke bedrag hoger is
dan 70% van de taxatiewaarde (in 1000)
1956: 45.531; 1957: 53.475; 1958: 42.183.
b. Totaal van de nieuwe verstrekte hypo
theken 1956:344.266; 1957: 253.081; 1958:
272.296.
a. in van b.: 1956: 13%; 1957: 21%;
1958: 15%.
Uit de hierna gepubliceerde specificatie
blijkt, dat verstrekking der bedoelde hypo
theken zonder extra zekerheid resp. met
bijgesloten levensverzekeringpolis nog in
belangrijke mate geschiedt. Wij achten de
ze ontwikkeling niet zonder bedenkingen.
Wij menen, dat deze waarschuwing ook
voor onze banken niet zonder belang is.
Voor zover deze hypotheken met een
overheidsgarantie zijn afgesloten zal, even
min als in die gevallen waarin voor een
voldoende aanvullende zekerheid is ge
zorgd, hiertegen enig bezwaar behoeven
te bestaan.
Ontbreekt echter deze aanvullende zeker
heid of is deze van weinig betekenis, zoals
in het algemeen aanvankelijk het geval zal
zijn bij hypotheken met een medeverbon
den polis van levensverzekering, da?i moet
men zich toch wel afvragen of hier vol
doende rekening is gehouden met de aan
beleggingen van levensverzekeringtnaat-
schappijen te stellen eisen. Bij een eventu
ele conjunctuuromslag zou een te kleine
marge tussen taxatiewaarde en verstrekt
bedrag bezwaren kunnen opleveren.
Het handhaven van een ruime marge is
mede van belang, omdat de waarde van
het onderpand te hoog getaxeerd kan blij
ken te zijn.
Bij analyse van het overigens zeer kleine
aantal executies blijkt, dat in 26 van de 33
gevallen de opbrengst lager was dan de
taxatiewaarde.
hypotheken hoger dan
aantal
verstrekt in
yo0/o van de tax.waarde
1956
1957
1958
met gemeentegarantie
257
58
met als aanv. zekerheid:
borgtochten en/of
verzekeringen
458
bouwkasinschr.
5
rijksbijdragen
levensverz. polis
745
zonder extra zekerheid
totaal
1766
"3
422
111
276
2
11
26
18
1167
1270
472
SJ
CO
282
2013
2086