eisers van de overledene zijn nl. bevoegd
in rechte te vorderen, dat een weifelende
erfgenaam zijn keuze doet.
ad. a. zuiver aanvaarden
Dit geschiedt uitdrukkelijk of stilzwijgend.
De verzorging van de begrafenis wordt
echter niet als daad van aanvaarding aan
gemerkt.
De gevolgen van een zuivere aanvaarding
zijn, dat de rechten en plichten Van de
overledene op de erfgenaam overgaan.
ad b. beneficiaire aanvaarding
Wil men beneficiair aanvaarden, dan moet
men een desbetreffende verklaring afleg
gen bij de rechtbank, binnen wier gebied
de nalatenschap is opengevallen.
De gevolgen hiervan zijn:
1. De schuldeisers van de overledene kun
nen alleen verhaal zoeken op de goederen
van de nalatenschap, niet op die van de
erfgenamen;
2. de schuldeisers van de erfgenaam kun
nen geen verhaal zoeken op de goederen
van de nalatenschap, zolang de boedelcre
diteuren niet zijn voldaan;
3. de boedel wordt vereffend.
ad c. verwerping
De verwerping geschiedt door het afleg
gen van een desbetreffende verklaring bij
de rechtbank binnen wier gebied de nala
tenschap is opengevallen.
Heeft men verworpen, dan wordt men ge
acht nooit erfgenaam te zijn geweest.
Heeft b.v. A twee kinderen B en C en ver
werpt C dan krijgt B alles.
XII. AFSCHEIDING VAN DE BOEDEL
Een vermogend erflater kan iemand tot
erfgenaam hebben, die veel meer schulden
dan goederen heeft. Dit heeft tengevolge,
dat de schuldeisers van de erflater een
kwade debiteur krijgen in plaats van een
goede. Aan de schuldeisers is door de wet
dan ook de bevoegdheid verleend om bin
nen drie jaren na het overlijden te vorde
ren, dat zij boven de schuldeisers van de
erfgenaam hun verhaal kunnen zoeken op
de activa der nalatenschap. Men noemt dit
afscheiding van de nalatenschap van het
eigen vermogen van de erfgenaam.
Behoort tot de nalatenschap onroerend
goed, dan kunnen de schuldeisers ten hy-
potheekkantore laten aantekenen, dat zij
afscheiding hebben gevorderd doch dit
alleen binnen zes maanden na het overlij
den van de erflater. Het gevolg van deze
aantekening ten hypotheekkantore is, dat
het betrokken onroerend goed door de
erfgenaam niet vervreemd of bezwaard
kan worden.
XIII. RECHTSPOSITIE VAN
MEDE-ERFGENAMEN
Ieder der mede-erfgenamen is bevoegd
scheiding en deling te vorderen. Niemand
is verplicht in een onverdeelde boedel te
blijven. Zo lang echter nog geen scheiding
en deling heeft plaats gevonden geldt het
navolgende:
A. Activa, met uitzondering van de geld
vorderingen.
103