noemen voor het moment, dat hij b.v. 30 jaar is geworden. De erflater zal dan in het testament een bewindvoerder moeten be noemen. c. last. Aan een erfgenaam of legataris kan een last worden opgelegd. Niet-nakoming van de last opent de mogelijkheid voor de belanghebbenden om vervallenverklaring van de making aan de rechter te vragen. Een last kan gemaakt worden: ie. ten voordele van de erflater b.v'. een making onder de last om missen voor de afgestorvene te doen lezen; 2e. ten voordele van een derde; de derde verkrijgt niets uit de boedel, zijn verkrij ging is geen vererving. Is men vrij om bij testament te vermaken zoals men wil? Neen. Hiervoor is gezegd, dat men aan een making geen voorwaarden kan verbinden, die in strijd zijn met de wetten of de goede zeden. Er is echter meer, te weten: a. nietig is de bepaling, dat de nalatenschap of het legaat of een gedeelte daarvan on vervreemdbaar is. Men kan dus niet een huis legateren met de bepaling, dat het niet mag worden verkocht. Het legaat is gel dig, doch de bepaling wordt voor niet ge schreven gehouden. Wel kan de erflater bepalen, dat het vermaakte niet in een be staande huwelijksgemeenschap zal vallen. (Een schenker kan dit eveneens.) b. een minderjarige van 18 jaar of ouder kan een testament maken, doch hij kan geen makingen doen ten voordele van zijn voogd; evenmin ten voordele van zijn on derwijzer bij wie hij in de kost is. c. een echtgenoot kan, indien er vóórkin deren uit een vroeger huwelijk aanwezig zijn, aan zijn tweede of verdere echtgenoot bij uiterste wil slechts zoveel vermaken dat het totaal wat deze tweede of verdere echtgenoot verkrijgt, nimmer meer be draagt dan het minste vóórkindsdeel met een maximum van V4. d. makingen mogen niet tekort doen aan het wettelijk erfdeel. VI. HET WETTELIJK ERFDEEL Het wettelijk erfdeel (legitieme portie) is een bepaald gedeelte der goederen, het welk aan de bij de wet geroepen erfgena men in de rechte lijn wordt toegekend en waarover de overledene noch bij gifte on der de levenden noch bij uiterste wil heeft mogen beschikken. Wie hebben een wettelijk erfdeel 1. Kinderen. Kleinkinderen niet, tenzij zij in de plaats komen van een vooroverleden kind. 2. Ouders en grootouders. Grootte wettelijk erfdeel 1. Het wettelijk erfdeel van een kind be draagt de helft van de goederen welke het kind bij versterf zou hebben geërfd, indien het het enige kind van de erflater is; twee derde gedeelte van hetgeen het bij versterf zou hebben geërfd, indien de erflater twee wettige kinderen nalaat en drievierde ge deelte, indien de overledene drie of meer kinderen nalaat. B.v. A laat na 2 kinderen B en C, doch geen echtgenoot. Ieder kind 99

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 23