Landbouw-economisch
nieuws
Bij de openbare behandeling van de begro
ting landbouw 1960 in de Eerste Kamer
is vanzelfsprekend aan een groot aantal
onderwerpen aandacht geschonken. Wij
wijzen in dit verband slechts op de finan
ciële tegemoetkoming aan de door de
droogte getroffen bedrijven; de teeltrege
lingen en vestigingsregelingen in de tuin
bouwsector; het verband tussen garantie
prijzen en kostprijzen; de wassende melk
stroom; de laatste ontwikkelingen in de
E.E.G. en op het Benelux-terrein.
De regering heeft intussen besloten aan
de agrarische bedrijven, die tengevolge van
de droogte ernstige schade geleden heb
ben, een zekere financiële tegemoetko
ming te verlenen. Zoals uit de door de
Minister van Landbouw ingediende nota
blijkt, zal het slechts om een betrekkelijk
bescheiden hulp gaan. Alleen de zwaar
getroffen bedrijven zullen voor een tege
moetkoming in aanmerking komen; men
zal er buiten Vallen wanneer men aange
slagen is voor de vermogensbelasting of
over 1956-1958 gemiddeld 1.000.— of
meer inkomensbelasting moest betalen; de
uitkering zal hoogstens 100,— per ha
bedragen; in totaal zal voor deze te
gemoetkomingen hoogstens 27,5 mil
joen beschikbaar gesteld worden. Tegen
deze inkomens- en vermogenscriteria wor
den grote bezwaren van landbouwzijde
naar voren gebracht, maar vooral tegen
de hoogte van de uitkeringen heeft men
overwegende bezwaren. Een bijdrage van
100,— per ha betekent niet meer dan 15
a 20% van de schade, welke door de
droogte ernstig getroffen bedrijven hebben
geleden. Zou het maximum van 27,5
miljoen gehandhaafd blijven, dan zou
waarschijnlijk deze groep van bedrijven
uiteindelijk nog minder dan 100,— per
ha ontvangen en niet meer dan 10-15%
van de schade vergoed krijgen. Het lijkt
ons dan ook noodzakelijk, dat toch zeker
het maximum van 27,5 miljoen zal ver
vallen.
In de laatste maanden is men speciaal in
tuinbouwkringen zich ernstig aan het be
raden over de vestigingsregelingen. De So
ciaal-Economische Raad heeft zich in de
cember j.1. uitgesproken tegen een land-
bouwvestigingswet. De huidige wettelijke
grondslag voor de erkenningsregelingen
in de tuinbouwsector loopt op 31 decem
ber af. Men kan stellen dat de Nederland
se tuinbouw in het algemeen voorstander
is van het behoud van erkenningsregelin
gen, d.w.z. van eisen ten aanzien van scho
ling en vakbekwaamheid voor degenen,
die bepaalde tuinbouwcultures willen be
ginnen. Tot nog toe zijn deze erkennings
regelingen behalve voor fruit in de
93