Het jaar 1959 in cijfers Het geld- en kredietverkeer bij de aange sloten boerenleenbanken en bij de Cen trale Bank nam dit jaar wederom toe. De toeneming van de spaargelden was op nieuw hoger dan het jaar tevoren, doch opmerkelijk was, dat deze toeneming minder werd in de tweede helft van het jaar. De rente voor dadelijk opvraagbare spaargelden bleef stabiel op 3%. De kre dietverlening steeg het gehele jaar door en wel tot een ongekende hoogte. De in het vorig jaar ingevoerde verrui ming van de krediet- en voorschotverle ning werd over de gehele lijn gehand haafd. Om tegemoet te komen aan de financieringsmoeilijkheden, welke in de landbouw ontstonden tengevolge van de hevige droogte, zijn bij een aantal aange sloten boerenleenbanken de debetrenteta rieven in de tweede helft van het jaar enigszins Verlaagd. Tevens werd bij een aantal boerenleenbanken de mogelijkheid verruimd om door gebruikmaking van de desbetreffende statutaire bepalingen op eenvoudige wijze de beschikking te krij gen over bedrijfskrediet, met name bij de aankoop van extra benodigde hoeveelhe den veevoeder. Voorts vroeg de financiering van de voortgaande modernisering van het land en tuinbouwbedrijf veel geld, dat in de vorm van voorschotten op middellange termijn bij de boerenleenbanken werd op genomen. Aan nieuwe voorschotten werd voor een bedrag van 172 millioen ver strekt. Het spaarsaldo, dit is het verschil tussen inlagen en terugbetalingen op spaarreke ningen bij aangesloten boerenleenbanken, beliep zonder rentebijschrijving 164 156) min.; de procentuele toeneming van het spaartegoed met 14,2% was hoger dan bij andere spaarinstellingen. De aan onze boerenleenbanken toevertrouwde spaargelden stegen met inbegrip van bij geschreven rente van ƒ1.159 tot 1 -359 millioen. Spaarsaldi bij de verschillende spaarinstel lingen in 1957, 1958 en 1959 (in millioe- nen guldens, exclusief rente), zijn vermeld in tabel 1 op blz. 88. De creditsaldi in lopende rekening stegen van 156 millioen tot ƒ173 millioen. In totaal namen de aan de aangesloten boe renleenbanken toevertrouwde gelden toe van 1.315 tot 1.532 millioen, dit is met 16,5%) (20%). De debetsaldi op de door de aangesloten boerenleenbanken verleende kredieten en voorschotten gaven in het verslagjaar een stijging te zien met 136 millioen tot 644 millioen, dit is met 27% (i4°/o). Het to taalbedrag der door boerenleenbanken 87

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 11