missie op twee wijzen verricht Enerzijds
heeft zij nagegaan, welke omvang de in
vesteringen zullen hebben in elk van de
sectoren grond, gebouwen, machines, vee
en plantopstanden, anderzijds is berekend
welke investeringen verwacht kunnen
worden als gevolg van de ontwikkeling
van het inkomen en de werkgelegenheid
in de land- en tuinbouw. Beide methoden
geven ongeveer dezelfde einduitkomsten.
Naast de financieringsbehoefte uit hoofde
van investeringen, bestaat er in de land
en tuinbouw behoefte aan financierings
middelen als gevolg van verschuivingen in
de vermogensverhoudingen, zoals die ont
staan tengevolge van de generatiewisse
ling, de tendens tot bedrijfsvergroting en
de wijzigingen in de verhouding tussen
pacht en eigendom.
De behoefte aan financieringsmiddelen uit
hoofde van bedrijfsopvolging ontstaat
doordat de generatiewisseling in de land
bouw voortdurend leidt tot wegvloeiing
van financieringsmiddelen uit de agrari
sche sfeer naar elders. De tendentie tot
bedrijfsvergroting welke zich sinds enige
jaren openbaart, leidt eveneens tot een
verhoogde vraag naar financieringsmidde
len. Kleinere bedrijven worden immers
overgenomen door andere bedrijven, het
geen meestal betekent, dat de grond, ge
bouwen en inventaris van het op te hef
fen bedrijf worden verkocht. De verkoper
zal de aldus verkregen financieringsmid
delen in de meeste gevallen uit het bedrijf
nemen, zodat er voor de koper behoefte
aan nieuwe financieringsmiddelen ont
staat.
De totale vraag naar financieringsmidde-
48
len kan aldus worden gesteld op ongeveer
600 min. gld. per jaar, nl. 400 min. gld.
voor investeringen en 200 min. gld. voor
de financiering van de wijzigingen in de
vermogensverhoudingen.
Voor de financiering is echter nog een
ander aspect van belang, nl. de vraag of
het betreft een behoefte aan financierings
middelen met een middellange dan wel
met een lange looptijd. De Commissie
meent dat de totale vraag ten bedrage van
600 min. gld. voor 250 min. gld. betreft
een behoefte aan financieringsmiddelen
met middellange looptijd en voor 350
min. gld, een behoefte aan permanent en
langdurig tijdelijk vermogen.
De Commissie meent te mogen conclude
ren, dat de voorziening in de behoefte aan
financieringsmiddelen met middellange
looptijd in de naaste toekomst onder be
paalde voorwaarden gegarandeerd kan
worden geacht. Deze voorwaarden zijn
dat de boerenleenbanken erin slagen een
zelfde percentage van de nationale bespa
ringen aan te trekken als in het recente
verleden gemiddeld het geval was en dat
het door deze instellingen gevoerde kre
diet- en voorschotbeleid in de naaste toe
komst wordt gecontinueerd.
Aangezien de boerenleenbanken het tot
hun primaire taak rekenen bedrijfskredie-
ten en voorschotten met een middellange
looptijd aan hun leden te verstrekken, zou
kunnen worden geconcludeerd, dat zij ook
in de naaste toekomst volkomen berekend
zijn op hun taak. Immers, en dit is een
zeer belangrijk punt, !de Commissie
heeft geconstateerd, dat de voorziening in
de behoefte aan middellang krediet door