Geld- en Kapitaalmarkt
In een zeer ruime geldmarkt, waar de
werkelijke rente voor call-geld daalde tot
het officiële tarief van iV2%, steeg het
disconto voor schatkistpromessen met i%
en voor wat de meerjarige schatkistbiljet
ten betreft met 7/8% voor 2-jaars, met
voor 3 jaars en met 3/8°/o voor 5-
jaarspapier. Daarmede zijn de schatkist
promessen met een looptijd van een jaar
gekomen op een rendement van 3% en
de schatkistbiljetten met een looptijd van
2 respectievelijk 3 en 5 jaar op een rende
ment van 2V4, 3V2 en 33/4°/o. Nu het zeker
geen absolute schaarste aan geldmarkt
middelen was, die deze discontostijgingen
veroorzaakte, is men geneigd de verkla
ring ervan te zoeken in een situatiebeoor
deling van de zijde van de geldgevers, die
zijn gaan rekening houden met grotere
kansen op rentestijging in de naaste toe
komst. Eenvoudiger en meer voor de
hand liggend luidt de verklaring dat na
de november-verhoging van de rente- en
discontotarieven van De Ned'erlandsche
Bank ook de afgifteprijzen van schat-
74
kistpapier wel moeten gaan in een rich
ting van aanpassing aan het rendement van
geldmarktuitzettingen in het buitenland.
Overigens is de geldmarkt in de Verenig
de Staten binnen een tijdsbestek van
slechts enkele weken dermate 'gedaald,
dat aldaar door Nederlandse geldgevers
na aftrek van de kosten die zijn verhon
den aan indekking van het koersrisico dat
gepaard gaat met uitzettingen in vreemde
valuta nog maar nauwelijks 3% kan
worden gemaakt voor beleggingen tot
drie maanden. Daartegenover komt men
in Londen, waar onlangs de discontota
rieven werden verhoogd teneinde de
vlucht naar de dollar wat in te perken,
nog altijd tot 31/, a 33/40/0, terwijl van
Belgische zijde graag 33/4°/o en soms nog
wel meer wordt geboden voor drie
maands guldensuitzettingen.
De obligatiemarkt droeg enkele weken
lang het stempel van de nieuwe 472%
staatslening, waarop per 8 februari kon
worden ingeschreven tegen 98% en waar
van het effectieve rendement kwam op
bijna 43/4%. De uitgifte werd aangekon
digd op 25 januari en al was eenieder er
van overtuigd, dat deze lening zou wor
den overtekend, toch daalden de koersen
op de obligatiemarkt over de gehele lijn.
De lening werd uiteindelijk ongeveer ze
venmaal overtekend en terstond na de
toewijzing steeg haar koers al tot circa
9872%; voor de particuliere koper komt
de prijs daarmee, na bijberekening van de
aankoopkosten, op ongeveer 99V4%. Na
dit succes van de nieuwe lening zag men
ook de koers van de reeds genoteerde
obligaties prompt aantrekken.