gevraagd teneinde in staat te zijn de fi
nanciering van de land- en tuinbouwbe
drijven op bevredigende wijze te verzor
gen.
In dit nummer van de Maandelijkse Me
dedelingen wordt een korte samenvatting
van het rapport gegeven benevens de
woordelijke tekst van de redevoeringen
van de Voorzitter der Commissie, Prof.
Dr. G. M. Verrijn Stuart en van de Mi
nister van Landbouw en Visserij, zoals
deze gehouden zijn tijdens de bijeenkomst
op 9 februari jl. Ook zijn de conclusies en
aanbevelingen waartoe de Commissie is
gekomen volledig weergegeven.
Inmiddels zijn van het rapport twee
exemplaren aan alle aangesloten boeren
leenbanken toegezonden. Het ligt in de
bedoeling van het rapport alsnog een sa
menvatting te doen samenstellen, waarvan
aan ieder van de beheerders alsmede aan
de kassiers van de aangesloten boeren
leenbanken een exemplaar zal worden
aangeboden.
Ongetwijfeld zal er gelegenheid bestaan
in de komende maanden in te gaan op de
inhoud van dit rapport alsmede op de
aanbevelingen, die door de Commissie
Landbouwkrediet werden gedaan.
Van harte hoop ik, dat dit rapport c.q.
de samenvatting daarvan door velen ter
hand zal worden genomen en aan een
nauwgezette studie zal worden onder
worpen.
Namens de Coöperatieve Centrale Boe
renleenbank wil ik nogmaals dankzeggen
aan Voorzitter, leden en secretaris van de
Commissie Landbouwkrediet, voor het
werk dat door hen op zo betrekkelijk
korte termijn is verzet. Zij hebben zich
daarmede grote verdiensten verworven
voor het landbouwkrediet en daarmede
voor de gehele Nederlandse land- en tuin
bouw. Voor het geheel van Centrale Bank
en boerenleenbanken is thans de taak
weggelegd om de aanbevelingen van de
Commissie op een aan onze organisatie
aangepaste wijze in de praktijk te bren
gen. Het landbouwkrediet zal niet aarze
len die maatregelen te treffen, die voor
een goede financiering van de land- en
tuinbouw in de toekomst bevorderlijk
kunnen zijn.
Mr. Edm. Delbougne
Voorzitter van het Bestuur
der Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank
42