Conclusies en aanbevelingen van de Commissie Landbouwkrediet Hieronder volgen de conclusies en aanbe velingen zoals die in het rapport van de Commissie Landbouwkrediet in hoofdstuk VI zijn vermeld. Tot slot worden de conclusies en aanbe velingen weergegeven, waartoe de door de Commissie verrichte studie heeft geleid. Eerst zijn de conclusies vermeld, vervol gens de aanbevelingen. De conclusies heb ben voor een deel betrekking op de finan ciële positie van boeren en tuinders en de financiering van hun bedrijven; voor een ander deel betreffen zij de werkwijze en organisatie der instellingen welke zich met de financiering van land- en tuinbouw bezig houden. De aanbevelingen betreffen de voorlichting, de organisatie van het landbouwkrediet alsmede de kredietver lening. De conclusies betreffende de fi nanciering van de agrarische coöperaties zijn afzonderlijk vermeld. Uiteraard zijn de cijfers die in de conclusies en aanbeve lingen zijn gegeven gebaseerd op de ver onderstellingen vermeld in het rapport. 64 De land- en tuinbouwbedrijven CONCLUSIES De financiële positie Heden 1. De kapitaalgoederenvoorraad in de land- en tuinbouw kan worden gesteld op ruim 15 milliard. Hiervan is door mid del van pachten voor ongeveer 4 mil liard gefinancierd: te weten 53% van de grond en 25% van het aantal bedrijfsge bouwen. De financiële struktuur van de Neder landse land- en tuinbouwbedrijven kan in het algemeen gezond worden genoemd. Het aandeel van het eigen vermogen in de financiering van de bestaande kapitaalgoe derenvoorraad voor zover deze niet is ge pacht, beloopt in de landbouw ongeveer 80% en ligt in de tuinbouw op circa 65%; ook de spreiding om deze gemiddelden geeft geen ongunstig beeld te zien. Bij de meeste landbouwbedrijven blijken de duurzame investeringen uit eigen Vermo gen of uit op lange termijn ter beschikking gestelde middelen te zijn gefinancierd. Voor de tuinbouwbedrijven staan ten aan zien van dit vraagstuk onvoldoende ge gevens ter beschikking om een gefundeerd oordeel te kunnen vellen. 2. Een minder gunstige financierings- struktuur wordt in hoofdzaak aangetrof fen bij bedrijven van jonge boeren en in zekere mate ook bij jonge tuinders. 3. De gehouden opiniepeiling geeft de in druk dat bij een belangrijk aantal land- en tuinbouwbedrijven een verhoging van de produktiviteit en rentabiliteit zou kunnen worden bereikt indien naast het eigen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 24