rijnen juicht het toe, dat de Commissie mogelijkheden ziet voor blanco krediet verlening door de boerenleenbanken op grond van de vermogenspositie en de be- drijfs-economische gegevens der bedrij ven. Hij wil er de aandacht op vestigen dat het landbouwbeleid van de Regering waarbij niet alleen te denken aan het markt- en prijsbeleid en de stabiliseren de invloed hiervan op de agrarische inko mens een factor is, die blanco kredietver lening met behoud van dezelfde bank- technische eisen eerder mogelijk maakt, dan ten tijde van het ontstaan der boeren leenbanken het geval was. 7. Het landbouwkredietwezen in ruimer verband, n.1. het gehele financieel-econo- misch bestel en ook in EEG-verband: Kenmerk van de moderne ontwikkeling is, dat zich in het economische leven meer en grotere stroomversnellingen voordoen dan vroeger. De grotere dynamiek van de economische ontwikkeling vraagt groter aanpassingsvermogen, in het bijzonder wel van een bedrijfstak als de landbouw, waar de mogelijkheden tot technische vooruit gang beperkter zijn dan in de industrie. Te denken valt hierbij aan de mechanisa tie, de aanpassing van bedrijfsgebouwen, het tot ontwikkeling komen van nieuwe bedrijfssystemen, de toename van de eco nomisch optimale bedrijfsgrootte, e.d. De ontwikkeling van de Euromarkt voegt aan deze dynamiek nog nieuwe impulsen toe. Het landbouwkredietwezen zal hieraan niet kunnen voorbijgaan. Het is dan ook verheugend, dat het rapport verschijnt op een moment, dat de discussies over de 58 vorming van een gemeenschappelijke EEG-landbouwmarkt op gang zijn geko men. Lettend op de positie van het landbouw kredietwezen in de andere EEG-landen, waarover het rapport ook enkele gegevens vermeldt, verkeert het Nederlandse land bouwkredietwezen in een uitzonderlijk gunstige positie. Het is verheugend te constateren, dat in ons land nauwelijks van overheidsinvloed op het terrein van de agrarische kredietvoorziening kan wor den gesproken, dit in tegenstelling ook tot Duitsland, waar de wieg van het boeren leenbankwezen heeft gestaan. Prof. Ver rijn Stuart heeft reeds gewezen op het grotere aandeel van de besparingen bij spaarinstellingen dat in Nederland via het landbouwkredietwezen wordt geleid. Op deze resultaten mogen wij trots zijn. 8. Terecht hebben evenwel ons land bouwkredietwezen en onze landbouwor ganisaties zich hierdoor niet laten verlei den tot een zelfgenoegzame houding. Ver wacht mag immers worden, dat de inves teringen in de landbouw sterk zullen moeten toenemen, wil deze bedrijfstak haar relatieve positie in een dynamische economie behouden en verbeteren. Het vraagstuk van de kredietverlening hangt hier uiteraard rechtstreeks ten nauwste mee samen. Tastenderwijze zal naar nieuwe wegen moeten worden ge zocht. De Commissie verwacht, dat het boerenbankwezen aan de vraag naar kort en middellang krediet in de toekomst wel zal kunnen voldoen. Wat de vraag naar lange kredieten betreft, acht zij de moge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 18