Dit alles is des te bewonderenswaardiger indien men bedenkt dat de ruim 1300 boe renleenbanken in Nederland worden ge leid door personen die zich geheel belan geloos aan deze verantwoordelijke taak geven. Ten naaste bij geven 10.000 per sonen als lid van het bestuur en de raad van toezicht van de plaatselijke banken met volle toewijding zich aan de verzor ging van de financiering van de bedrijven der leden. Ondanks de kritiek die er dan wellicht hier en daar mag zijn, kan niet genoeg waardering voor deze functiona rissen worden opgebracht. Ik stel er prijs op dit te dezer plaatse uitdrukkelijk uit te spreken. Ik meen met deze woorden het door de Commissie Landbouwkrediet uitgebrachte rapport voldoende te hebben toegelicht. Ondanks het feit dat de Commissie ge streefd heeft naar een zekere beperking, is het toch nog een lijvig rapport gewor den. Ik hoop dat de omvang geen beletsel voor kennisneming mag zijn. Als voorzitter van de Commissie Land bouwkrediet spreek ik tenslotte gaarne mijn dank uit aan het adres der opdracht gevers voor het in ons gestelde vertrou wen en ik zou hieraan een woord van warme dank en erkentelijkheid willen toe voegen aan de Secretaris en aan enkele hoge functionarissen van de beide centra le banken voor al het werk, dat zij met volle toewijding en grote bekwaamheid voor de Commissie hebben verricht. Ik zou hier met name willen vermelden het werk van de juristen van de centrale ban ken, voor de bijdrage die zij hebben gele verd bij de opstelling van het interim-rap port, de heren Greven, le Loux, Stein en Switzar. Voor mij persoonlijk is het voor zitterschap van deze Commissie zeer aan genaam geweest; het heeft mij zeer veel dichter gebracht bij de in het landbouw krediet levende gedachte, waarvoor ik overigens reeds eerder mijn bewondering had uitgesproken. Rest mij tenslotte nog dank te betuigen aan de vele personen en organisaties, die de Commissie Landbouwkrediet mede werking hebben verleend. Met name zou ik daarbij willen noemen: het L.E.I., de Cultuurtechnische Dienst, de Landbouw- hoekhoudbureaus, het Borgstellingsfonds voor de Landbouw en de vele topcoöpe- raties van land- en tuinbouw. Een bijzonder woord van dank gaat ook aan de Ministers van Financiën en Land bouw en Visserij, alsmede aan de directie van De Nederlandsche Bank, voor het feit, dat zij door middel van de benoe ming van adviserende leden, in belangrijke mate hebben medegewerkt aan het tot stand komen van het rapport van de Com missie. Met het uitspreken van de hoop dat het door ons verrichte werk tot voordeel en heil mag zijn voor de Nederlandse land en tuinbouw en het Nederlandse land bouwkrediet, geven wij thans gaarne het rapport van de Commissie aan de open haarheid prijs. 55

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 15