passing van deze regeling een beroep op
de boerenleenbanken worden gedaan.
Ook werd in samenwerking met andere
instellingen een regeling getroffen voor de
financiering van het mesten van varkens
op contract. Van deze regeling is ruim
gebruik gemaakt. Sinds het in werking
treden van deze regeling april 1959
zijn tot en met 15 december 53.811 var
kens op deze wijze gefinancierd, tot een
bedrag van bijna 8 millioen.
Tot slot kan melding worden gemaakt van
het feit, dat de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank op haar Algemene Ver
gadering op 13 mei 1959 haar zestig-jarig
bestaan herdacht. Voorts konden ruim 40
banken dit jaar een nieuw gebouw betrek
ken, waardoor zij in staat werden gesteld
nog beter dienstbetoon te verlenen.
Resumerende kunnen wij zeggen, dat
1959 een jaar is, waarop beheerders en
kassiers der boerenleenbanken evenals ook
de Centrale Bank met voldoening mogen
terugzien; zij hebben een druk jaar gehad;
de boerenleenbanken staan thans klaar om
ook in 1960 haar diensten aan de land- en
tuinbouw te bewijzen.
Circulaires
no. 915 - no. 920
Achtereenvolgens wordt behandeld in:
circulaire no. 915 dd. 18 december 1959
(Diversen): de overlopende posten en
geldaanvragen bij de overgang naar het
nieuwe jaar;
circulaire no. 916 dd. 23 december 1959
(Spaarvormen): de invoering van het
3 >4°/o rente-spaarboekje;
circulaire no. 917 dd. 23 december 1959
(Rente): de rentevaststelling voor het
boekjaar 1960;
circulaire no. 918 dd. 29 december 1959
(Administratie): de administratie van het
effectenbezit van de boerenleenbanken;
circulaire no. 919 dd. 5 januari 1960 (Pro
paganda): de propaganda, die van Over
heidswege voor het Ideaal Spaarplan de
Zilvervloot wordt gevoerd;
circulaire no. 920 dd. 6 januari 1960 (Ren
te): het doorgeven aan de Centrale Bank
van deposito-tegoeden door de plaatselijke
boerenleenbanken.
4