dubbele J.S.P.O.) geheel door het Rijk gedragen wordt. Het Rijk zal dan zelf van deze spaarder de teveel uitbetaalde premie terugvorderen. De bank loopt hiermede dus geen enkel risico. 7 Vraag: Hoe kan men aan het adressenma- teriaal komen van de jongeren, die vijftien jaar worden? Antwoord: Op een groot aantal gemeen ten heeft men, naast een alfabetisch kaart systeem een kaartsysteem, waarin alle inwoners volgens geboortedatum staan gerangschikt. Het is dus mogelijk bij deze gemeenten de adressen en geboortedata op te vragen van die jongeren, die de leef tijd van vijftien jaar bereiken. Uitdrukke lijk willen wij erop wijzen, dat men niet de adressen moet opvragen van alle jon geren, die in het komende gehele jaar deze leeftijd bereiken. Men zal zich moeten be perken tot een termijn van drie maanden of ten hoogste een half jaar, anders be staat namelijk het gevaar, dat enkele van deze kinderen inmiddels zijn overleden. Het is voor de ouders zeer pijnlijk een opwekking tot deelname aan de jeugd- spaarwet te ontvangen voor kinderen, die recent zijn overleden. Een andere metho de ter verkrijging van adressenmateriaal is, de gegevens van scholen of kerkelijke registers. 8 Vraag: Wanneer wegens vervulde dienst plicht de J.S.P.O. met i jaar wordt ver lengd (van 9 tot io jaar) kan dan i jaar worden overgeslagen met het doen van stortingen en wordt dan het vereiste mini mum saldo aan het einde van het ioe jaar 9 X 30 270,-? Antwoord: Neen. Het jaar extra voor hen, die tijdens het sparen in dienst zijn geweest, is bedoeld om hen in de gelegen heid te stellen, de achterstand in het spa ren, veroorzaakt door de geringe inkom sten tijdens de militaire dienst, enigszins in te halen. Dit ontslaat de spaarder echter niet om ook tijdens de dienstplicht steeds aan de eis van het minimum spaarsaldo (X X 30,—) te voldoen. Het voorgeschreven minimum aan het einde van het 10e spaarjaar zal dus f 300,— bedragen en het maximaal te sparen be drag kan dus 10 X 200,— 2.000— zijn. 35

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 35